Jakop Rigter - Handboek ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigden

Overzicht van figuren, kaders en tabellen

Figuren

Reacties van kinderen uit verschillende culturen in de vreemdesituatieprocedure. Model van intergenerationele overdracht van gehechtheid.

7.5

167

7.6

Geschiedenis beïnvloedt actuele ervarin- gen en actuele ervaringen beïnvloeden de geschiedenis. Het model van Bronfenbrenner bestaat uit verschillende lagen die elkaar beïnvloeden. Indeling van opvoedingsstijlen aan de hand van twee dimensies: ouderlijke warmte en ouderlijke controle. Opeenhoping van risico weergegeven als een rekenkundige en als een meetkundige reeks. Percentage kinderen dat verwaarloosd en/of mishandeld wordt, afgezet tegen het aantal risicofactoren. Genetische invloeden samen met de invloe- den in de baarmoeder bepalen de aangebo- ren eigenschappen van het kind. Aangebo- ren eigenschappen samen met de invloeden tijdens de geboorte bepalen de constitutie van het kind. Overzicht van mogelijke genencombinaties van het nageslacht, voortkomend uit genen- paren van ouders. Aantal doodgeborenen, naar leeftijd moeder. Alfamannetje. Menselijk embryo van 5 weken. Weergave van dna-structuur. De mogelijke ontwikkeling van voedsel­ neofobie gerelateerd aan leeftijd. Mogelijke ontwikkeling van picky eating en voedselneofobie gerelateerd aan aantal keren aanbieden van voedsel. Kenmerken van het gelaat van jonge dieren. Verdeling in voorkomen van de verschillen- de gehechtheidsvormen. Adoptiekinderen in vergelijking met vroe­ gere leeftijdsgenoten en huidige leeftijds­ genoten. Cirkel van veiligheid. Weergave van de slaapstadia bij een gezon- de, jonge volwassene.

1.1

172

25

Navontest.

8.2 8.2 8.3

187 189

Executieve functies volgens Loesje.

3.1

Mensen met ass vinden het lastiger om de hond te ontdekken in dit plaatje. Iemand zonder ass zal direct de conclusie trekken dat de personen verdrietig zijn omdat er een dierbare is overleden.

57

3.2

189

8.4

67

3.3

190 205

sgg-model.

8.5

71

3.4

Zindelijkheidskalender.

9.1 9.2

223 225

Plaswekker.

72

10.1 Begripsindeling taalproblemen.

4.1 4.2 4.3

81 82

244

11.1 Belasting voor gezin en ouder(s). 11.2 Toename van het aantal gebruikers van medicatie met Ritalin. 11.3 Cogmed. 12.1 Voorbeeld van opvoedingsstijl van ouders en gedragsproblematiek van het kind die elkaar in stand houden. 12.2 Factoren die voor de behandeling relevant zijn. 14.1 De relatie tussen wel of geen afname van depressieve symptomen bij de moeder en de psychische problemen bij het kind. 14.2 Zelfherkenning. 14.3 Kwetsbaarheid-stressmodel. 14.4 Veel mensen met een depressie piekeren over onder andere hun negatieve gedachten. 14.5 Stemmingsstoornissen zoals gedefinieerd in dsm-5. 14.6 De laatste jaren zijn er diverse online interventies ontwikkeld voor jongeren met depressie. 15.1 Het continuüm van eetstoornissen: van ex- treem mager tot zwaarlijvig. 15.2 Depressie veroorzaakt obesitas, obesitas veroorzaakt depressie.

274

281 283

82 83

4.4 4.5

306

84 91

316

4.6

5.1

103

354 357 361

6.1

132

6.2

362

134

364

7.1 7.2 7.3

150 154

378

160

7.4

391

162

393

17

Made with FlippingBook flipbook maker