Inkijkexemplaar_Onstenk_Geïntegreerd pedagogisch handelen

1 ❱ Pedagogisch handelen in voortgezet en beroepsgericht onderwijs

anderzijds (aspecten van) de sociale en materiële context waarin, waarmee en waardoor gehandeld wordt (Priestley et al., 2015). Agency is in die zin relati oneel en contextgebonden (Billett, 2006): dat wil zeggen dat ze pas betekenis krijgt in de situatie waarin de persoon zich bevindt en de activiteiten die deze persoon daarin wil of moet doen. Het gaat bij agency om de wil en het ver mogen om verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen rol in een situatie en voor de eigen interpretatie van die situatie, en om initiatieven te nemen om die verantwoordelijkheid vorm te geven. Belangrijke aspecten van agency zijn: het vertrouwen dat je in die specifieke situatie taken tot een goed einde zult kunnen brengen (self-efficacy), betrokkenheid bij de situatie en motivatie om in die situatie een verschil te maken (Onstenk & Van Veldhuizen, 2017). De Winter (2005) beschrijft agency in de pedagogiek als regie over het ei gen leven. Met regie wordt het vermogen en de bereidheid bedoeld om in een sociale situatie te kunnen en willen handelen, zowel individueel als gemeen schappelijk. Om handelingsruimte te voelen over je eigen situatie en de mate waarin je invloed hebt om die situatie te veranderen. We willen als mens alle maal graag zo veel mogelijk regie over ons eigen leven voeren, en hebben er behoefte aan om gehoord te worden en om ertoe te doen. Dit gevoel van agen cy is belangrijk voor de ontwikkeling van actief democratisch burgerschap, maar blijkt ook een belangrijke factor te zijn die welbevinden en gezondheid bevordert (De Winter, 2005). Ook volgens Priestley en collega’s (2015) is agency relationeel. Agency is niet zozeer op te vatten als een vermogen dat individuen als eigenschap bezitten, maar als een vermogen tot handelen dat alleen onder bepaalde condities ge realiseerd kan worden. Die condities hebben betrekking op een samenstelling van invloeden uit het verleden (opgedane routines en ervaringen), in com binatie met oriëntaties op de toekomst (welke doelen en bedoelingen heb je), en met betrokkenheid op het heden (hoe beoordeel je de situatie; hoe en waarvoor voel je je verantwoordelijk). Agency wordt altijd in het hier en nu tot stand gebracht, wat betekent dat agency zowel ingeperkt als gefacili teerd wordt door de culturele, structurele en materiële hulpbronnen die ter beschikking staan (Priestley et al., 2015). In de onderwijskunde wordt agency in relatie gebracht met affordances (Bil lett, 2006). Deze benadering is ontwikkeld in het kader van werkplekleren, maar kan ook in het onderwijs worden toegepast. Affordances zijn de hulp bronnen, gezien als uitnodigende kwaliteiten van de omgeving: activiteiten, chefs, collega’s, situaties en artefacten die uitnodigen tot leren, alsmede (bij stage of inwerken) de begeleiding van leerprocessen (Billett, 2006; Timmer-

26

Made with FlippingBook flipbook maker