Uitgeverij Coutinho - Hfst 2 Overheidscommunicatie
2 • Mythen en misverstanden in overheidscommunicatie
De agendasettingfunctie van campagnes is een illusie. Alleen een campagne die zo controversieel is dat iedereen erover spreekt, of die op het juiste moment als eer- ste een maatschappelijk zeer gevoelig onderwerp aan de orde stelt, zou die functie wellicht kunnen hebben. Voor de doorsneecampagne lijkt dat niet aannemelijk.
2.6
‘Inspraak- en informatiebijeenkomsten zijn effectieve manieren om burgers te betrekken’ Groepsprocessen tijdens bijeenkomsten zorgen gemakkelijk voor escalatie en belemmeren democratische besluitvorming Het lijkt bijna verplicht om bij plannen die gevolgen kunnen hebben voor groepen burgers (zoals het aanleggen van een nieuwe weg, de herstructurering van een buurt of de komst van een opvangcentrum voor drugsverslaafden) avonden te beleggen waarop de diverse betrokkenen hun zegje kunnen doen. Op die manier kunnen ze, in het kader van interactieve beleidsvorming, meedenken en meepraten. Met de bedoelingen daarachter is niks mis: wie actief betrokken wordt en naar zijn mening gevraagd wordt, zal minder snel gefrustreerd zijn over de gang van zaken, wat re- sulteert in minder weerstand tegen de uitvoering van de plannen. Ook kan inbreng van directbetrokkenen leiden tot beter op hun behoeften afgestemde plannen. Toch hebben dit soort bijeenkomsten nogal eens tamelijk rampzalige gevolgen. Het groepsproces is namelijk moeilijk te beheersen. Enkele dominante aanwezigen bepalen al snel de toon. De negatieve stemming escaleert soms zozeer dat de stoe- len door de zaal vliegen. De uitvoering van het project kan daardoor onder extreme druk komen te staan. Als de oppositie de overhand krijgt, is het uiteindelijke resul- taat van het project niet meer dan een flauw aftreksel van de oorspronkelijke opzet. Als de oorspronkelijke opzet wordt doorgezet, zijn de relaties met de betrokken burgers doorgaans zwaar verstoord. Navrant is soms dat een fors deel van de bewo- ners eigenlijk wel voorstander was van de oorspronkelijke plannen. In die situaties zijn zowel de bewoners als de overheid verliezers. De onderliggende, in de sociale psychologie goed onderzochte, fenomenen zijn groepspolarisatie en false consensus . Groepspolarisatie houdt in dat de mening in een groep beduidend extremer kan zijn dan de mening van de individuele groeps- leden. Het totaal is dan véél meer dan de som der delen. Van false consensus is sprake als enkele figuren een groepsbijeenkomst domineren en de grote meerder- heid zwijgt. Dat zwijgen kan als instemming geïnterpreteerd worden, maar hoeft dat zeker niet te zijn. Zwijgen in groepen komt vaak voort uit angst of gêne; lang niet iedereen houdt ervan in de spotlights te staan. Maar de schreeuwers voelen zich gesterkt door gebrek aan tegenspraak. De zwijgers passen hun houding voor het moment aan bij hun zwijgend gedrag: ‘Eigenlijk heeft hij ook wel een beetje gelijk.’
34
Made with FlippingBook - Online Brochure Maker