Daisy van der Wagen-Huijskes en Anouk Schreurs-Hofmeijer - Met recht bericht!

Theorie

De juriste is zich ervan bewust dat meneer Hansen geen jurist is en gebruikt daarom klare taal. Als de juriste het leerstuk van het burenrecht uitlegt, gebruikt ze woorden als: ■ ‘stukje grond’ in plaats van ‘naburig perceel’ ■ ‘schadevergoeding betalen’ in plaats van ‘onrechtmatig handelen’. Open vragen Het is belangrijk dat je een goed beeld krijgt van het probleem. Start met het stellen van een open vraag, bijvoorbeeld: ■ U heeft mijn juridische hulp ingeschakeld. Vertelt u eens, wat is er aan de hand? ■ Welke experts heeft u aangeschreven? ■ Ik begreep uit een telefoonnotitie dat u gebeten bent door een hond. Hoe heeft dat kunnen gebeuren? Open vragen zorgen ervoor dat je gesprekspartner zijn verhaal vertelt vanuit zijn eigen referentiekader. Een handig hulpmiddel om open vragen te formuleren, is de vraag te beginnen met een van de volgende voornaamwoorden: ■ wat ■ wanneer ■ welke ■ waarom ■ hoe Gesloten vragen Vermijd gesloten vragen, want deze kunnen suggestieve elementen bevatten, bijvoor beeld: ■ Ik denk dat het goed is dat … ■ Heeft u niet … ■ Kan het niet zo zijn dat … Voorbeeld De juriste stelt open vragen aan meneer Hansen om informatie op te halen: ■ Wanneer was die overstroming? ■ Kun je aangeven wat er in de eerdere gesprekken met de dierenwinkel is besproken? ■ Kun je uitleggen hoe dat volgens jou heeft kunnen gebeuren? ■ Begrijp ik het nu goed dat er geen ruimte voor overleg is? Hoe komt dat, denk je? Bij het ophalen van informatie is doorvragen een kunst. Met goed doorvragen kun je het gesprek sturen.

De juriste stelt ook een gesloten vraag aan meneer Hansen: ■ Zou je dat nu wel doen? Ik weet niet of dat wel zo’n goed idee is.

18

Made with FlippingBook flipbook maker