Met recht bedreven! 3e druk - mr. Mitsy le Fèbre, mr. Marleen Huls

1.5 | Praktijkoefeningen hanteren wetten, regelingen en wettenbundels

U mag ook spraakbediening gebruiken. Tijdens het fietsen mag u uw telefoon niet klem men tussen uw oor en schouder.

1

Houder toegestaan U mag uw telefoon of ander mobiel elektronisch apparaat tijdens het fietsen gebruiken als deze in een houder zit. Bijvoorbeeld als uw navigatiesysteem vraagt een alternatieve route te accepteren. Boete voor vasthouden telefoon op de fiets U kunt een boete krijgen als u tijdens het fietsen uw telefoon (of een ander mobiel elektro nisch apparaat zoals een navigatiesysteem, tablet of muziekspeler) vasthoudt. Hoe hoog de boete is, staat in de Boetebase van het Openbaar Ministerie (OM). Veilig fietsen Als u fietst mag u geen gevaar zijn voor andere weggebruikers zoals fietsers en voetgan gers. Zorgt u wel voor een gevaarlijke situatie, een botsing of een verkeersongeluk? Dan kunt u een boete of straf krijgen.

1 Zoek het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) op via de site Overheid.nl . Geef met behulp van informatie uit de aanhef van deze regeling aan of het RVV 1990 een wet in formele zin is. 2 Hoe luidt de considerans van deze regeling? 3 Welk wetsartikel bevat de strafbaarstelling van het gebruik van een mobiele telefoon op de fiets? 4 In welk wetsartikel is het fietsen door rood strafbaar gesteld? Praktijkoefening 8 Zoek in je wettenbundel de Financiële-verhoudingswet op. Kent deze wet een gelaagde structuur? Motiveer je antwoord, waarbij je eerst aangeeft wat de gelaagde structuur inhoudt.

31

Made with FlippingBook Annual report maker