Inkijkexemplaar Het palet van de psychologie- Rigter

1.5 Indelingen van theoretische stromingen

Hoewel alle drie de factoren – de biologische, de psychische en de sociale – nodig zijn om menselijk gedrag te begrijpen, is het niet zo dat ze bij al ons gedrag even belangrijk zijn. Een voorbeeld om dit te verduidelijken. Bij de ziekte van Huntington leiden stoornissen in de hersenen uiteindelijk tot een vorm van dementie. De ziekte is geheel genetisch bepaald door één (dominant) gen. Iemand met dit gen krijgt onher roepelijk de symptomen van de ziekte. Deze is ongeneeslijk en leidt uiteindelijk tot de dood (Wolters et al., 1994). Toekomstige therapieën, bijvoorbeeld een gentherapie (zie hoofdstuk 8), moeten binnen de biologie/geneeskunde gezocht worden. Een aanpak op het persoonlijke niveau (psychotherapie) of het sociale niveau (voorlichting aan het gezin van de patiënt) kan betekenis hebben voor de verwerking van de ziekte en de omgang met de patiënt, maar zal nooit de ziekte genezen. Bij het begrijpen van de ziekte van Huntington is het biologische van groter gewicht dan het psychische en het sociale. Een voorbeeld van een verkeerde toepassing van de AST is soms te vinden binnen bepaalde vormen van alternatieve geneeskunde. Zo is weleens beweerd dat ernstige ziekten zoals kanker of aids veroorzaakt worden door negatieve gedachten van de patiënt. Op zich is het waar dat ‘positief denken’ een gunstige invloed kan uitoefenen op genezing van ziekten. Maar deze invloed is er nooit geheel verantwoordelijk voor! Het is absurd om een aandoening die medisch te verklaren is (zoals aids) terug te brengen tot een gebrek aan positief denken. In feite is dit omgekeerd reductionisme: iets wat op een lager hiërarchisch niveau plaatsvindt, bijvoorbeeld kanker aan een orgaan, zou geheel bepaald worden door een hoger hiërarchisch niveau, zoals denk processen bij de patiënt. Deze manier van denken, in Nederland bekend geworden onder de typering ‘tussen-de-orenmaffia’ (Spaink, 1992), is strijdig met een van de belangrijkste principes uit de AST, namelijk dat geen enkel hiërarchisch niveau geheel te herleiden is tot een ander (hoger of lager) hiërarchisch niveau. Kader 1.4 Word je na een orgaantransplantatie een ander mens? In 1998 verscheen het boek Hart en ziel . De schrijfster – Claire Sylvia – beweert dat ze zich mannelijk is gaan gedragen na een hart-longtransplantatie. Enkele dagen erna zei ze te snakken naar een biertje. Ze schrok daarvan, want ze had nog nooit bier gedron ken. De donor was een 18-jarige motorrijder. In het model van de algemene systeemtheorie wordt aangegeven dat er een wissel werking is tussen organen en het zenuwstelsel. Dus het hart wordt aangestuurd door de hersenen, maar het hart geeft op zijn beurt weer signalen terug aan de hersenen. Zouden mensen die een orgaantransplantatie hebben ondergaan zich anders kunnen gaan gedragen? Ja, zeggen veel deskundigen, dat doen ze vaak, maar dat komt door de ingrijpende en emotionerende ervaringen. De verhalen van Sylvia verwijzen ze naar het rijk der fabelen. Ad Dunning, een hoogleraar cardiologie, verklaarde voor

47

Made with FlippingBook - Online catalogs