Inkijkexemplaar Het palet van de psychologie- Rigter

1.5 Indelingen van theoretische stromingen

DING Statisch Afgegrensd tegen omgeving De nitie: niet het andere Zelfstandig naamwoord

OPEN SYSTEEM Dynamisch Open voor omgeving Zichzelf zijn via het andere Werkwoord Functioneel (‘hoe’) Relaties primair

Substantieel (‘wat’) Relaties secundair

Figuur 1.3 Kenmerken van een ding vergeleken met kenmerken van een open systeem (Van Peursen, 1988, p. 24).

omgeving. Een voorbeeld om dit te verduidelijken. Docenten uit het wo en het hbo kunnen klagen over ‘de calculerende student’ die zich alleen maar voor iets inzet als

het een studiepunt oplevert. Ze spreken daarover alsof het een onveranderlijk kenmerk van de student is. Maar het kan ook zo zijn dat de manier waarop het onderwijs is ingericht het calcu lerende gedag van studenten uitlokt. De AST voorspelt dat als we de organisatie van het onderwijs veranderen, het gedrag van de studenten mee zal veranderen.

Het gedrag van een persoon is veranderlijk mede omdat het beïnvloed wordt door de omgeving.

Verandering in gedrag treedt volgens de AST op doordat een persoon openstaat voor de omgeving waarin de persoon functi oneert. Mensen kunnen zich nooit helemaal voor hun omge ving afsluiten. Iemand die statisch denkt, ontkent de invloed van de omgeving en beschouwt een persoon als onveranderlijk. In het dagelijks leven en in de wetenschap wordt een ding gedefinieerd door het te onderscheiden van het andere. Een koffiemolen is geen koffie. Een wasmachine is geen wasgoed. In de psychologie zegt men dat geest niet hetzelfde is als lichaam. En Jakop is niet hetzelfde als Robert. Binnen de systeemtheorie wordt juist de relatie tussen iets of iemand en het andere benadrukt. De koffiemolen is pas een koffiemolen als er koffie in gemalen wordt. De wasmachine functioneert pas als wasmachine als er wasgoed in zit. Geest bestaat niet zonder lichaam. En Jakop doet pas gek als zijn kleinkinderen er zijn. Kortom: een persoon of voorwerp kan pas zichzelf zijn via het andere. Het onderscheid tussen zelfstandige naamwoorden en werkwoorden hangt hier mee samen. Zelfstandige naamwoorden benadrukken het statische , werkwoorden juist het dynamische . Om een ander voorbeeld te geven: iemand kan de eigen werkplek betitelen als ‘een star instituut’ (zelfstandig naamwoord), maar kan ook zeggen dat het werk slecht georganiseerd is (werkwoord).

45

Made with FlippingBook - Online catalogs