Inkijkexemplaar Het palet van de psychologie- Rigter

1 Psychologie: een palet van theorieën

hebben wel kennis over de organen van mensen nodig om mensen te begrijpen. Er is immers geen mens zonder hart. Maar een mens is meer dan een optelsom van lichamelijke onderdelen. 4 Geen enkel niveau is te herleiden tot de niveaus eronder en dit geldt ook andersom: geen enkel niveau is te herleiden tot de niveaus die hoger in de hiërarchie staan. Zo is anorexia nervosa een kenmerk van een persoon. Deze ziekte wordt vaak in verband gebracht met het dominante modebeeld, waarin slankheid benadrukt wordt. Dit is een kenmerk van een maatschappij, in het model van de AST een hoger niveau dan de persoon. Maar anorexia nervosa wordt natuurlijk nooit geheel bepaald door een modebeeld. Als dat zo zou zijn, dan zou iedereen eraan lijden. Dat is niet zo, de stoornis is vrij zeldzaam (GGZ Standaarden, 2017b). Dus moeten er andere factoren een rol spelen. Dit alles impliceert dat elk niveau zijn eigen wetenschappelijke benadering kent waarin de verschijnselen en wetten worden bestudeerd die voor dat niveau specifiek zijn. 5 In figuur 1.2 staan twee horizontale lijnen om het niveau ‘persoon, beleving en gedrag’. Dit is het niveau waarin de psychologie zich begeeft. Uit het schema is af te leiden dat een persoon zowel het hoogste niveau van de biologische hiërarchie is als het laagste niveau van de sociale hiërarchie. Dit is een correct model van de werkelijkheid, want de mens is zowel een biologisch organisme als een symbolisch wezen . Dit hangt samen met de methoden in de wetenschapsbeoefening: de mens als sociaal en symbolisch wezen wordt vooral begrijpend (verstehend) bestudeerd, de mens als biologisch wezen wordt vooral verklarend bestudeerd (Van Tilburg & Milders, 1988). Dynamisch denken Het systeemdenken is te illustreren door de kenmerken van een ‘open systeem’ te vergelijken met de kenmerken van een ‘ding’ (Van Peursen, 1988). Ding-denken is bekend uit het dagelijkse spraakgebruik, maar vindt ook plaats in de wetenschap. Het heeft te maken met hoe wij taal gebruiken. Zonder erbij na te denken, praten we over mensen alsof het dingen zijn. De taal is zo georganiseerd dat gedrag dat iemand vertoont snel als een vaststaand kenmerk wordt beschreven. Zoals we van een steen zeggen ‘die is hard’, zeggen we ook ‘Robert, die is agressief’ of ‘Jakop, die is gestoord’. Die steen is en blijft echt hard, kenmerken van een ding veranderen over het algemeen niet. Maar Robert is wellicht niet altijd agressief. Voor onze taal is die nuancering lastig, we zeggen niet zo gauw ‘Robert toont zich agressief als …’, terwijl dat wel de meest juiste manier van spreken volgens de AST zou zijn. In de systeemtheorie denkt men niet statisch, maar juist dynamisch of procesmatig. Een persoon of een kenmerk van een persoon wordt niet gezien als het eindproduct van iets, maar als een kenmerk dat kan veranderen en mede afhankelijk is van de

44

Made with FlippingBook - Online catalogs