Inkijkexemplaar Het palet van de psychologie- Rigter

1.5 Indelingen van theoretische stromingen

Tot slot geeft de personalistische visie ons inzicht in de wijze waarop een uniek persoon omgaat met diens handicap. De twee andere (‘lagere’) niveaus bepalen gedeel telijk deze wijze. Maar er is altijd een ‘persoonlijk’ aspect dat niet te herleiden is tot de lagere niveaus. Een voorbeeld daarvan is het opvallende verschijnsel dat mensen die een ernstige handicap of ziekte krijgen dat maar zelden accepteren als een vorm van pech hebben. Weinig mensen zeggen: ‘Ja, een op de tienduizend mensen krijgt dit, en toevallig hoor ik daarbij.’ De meeste slachtoffers maken een ‘verhaal’, een persoonlijke verklaring. Daarmee geven ze een interpretatie aan wat hen overkwam. Het verhaal is meestal de eerste stap naar nieuwe zingeving aan het leven met een handicap of ziekte. Het begrijpen en interpreteren van het verhaal is het niveau waarop de perso nalistische visie zich begeeft. Argument vanuit hersenonderzoek: verschillende mensbeelden gebruiken Behalve het pragmatische argument is er een argument gebaseerd op hersenon derzoek. Menselijke hersenen worden wel voorgesteld als een gebouw dat uit drie lagen bestaat (Vroon, 1989, 1992). Deze drie lagen verschillen evolutionair gezien in leeftijd. De eerste en evolutionair gezien oudste laag, zeg maar het fundament van het gebouw, omvat onder andere de hersenstam. Deze laag wordt wel het ‘reptielen brein’ genoemd. Hier worden vooral de automatismen van ons gedrag geregeld, zoals instincten, reflexen en ander ‘vanzelfsprekend’ gedrag als slapen en ademhalen. De tweede laag bestaat vooral uit het limbische systeem, dat bij zowel mensen als dieren onder meer de emoties regelt. Deze laag wordt wel het ‘zoogdierenbrein’ genoemd. De derde (‘buitenste’) laag is de nieuwe hersenschors (neocortex). Dit is het ‘mensen brein’ en hier worden typisch menselijke mogelijkheden geregeld zoals taal, denken, persoonlijkheid en levensbeschouwingen. Voor ons zijn twee implicaties van dit model belangrijk. Allereerst blijkt dat het functioneren van de drie lagen, net zoals bij de mensbeelden, oploopt in complexiteit. De onderste laag functioneert vooral mechanistisch, wat met causale wetten goed te beschrijven is. Bij het functioneren van de bovenste laag staat het begrip ‘intelligentie’ centraal. Leerprocessen die in de hersenschors geregeld worden, zijn te typeren als argumenteren, overwegen en zin geven. Dit betekent dat het gedrag van mensen door verschillende hersenlagen bestuurd wordt en dat elke hersenlaag vraagt om een eigen benadering. Ten tweede impliceert dit model dat het functioneren van de ‘bovenste’ laag afhankelijk is van de lagen eronder. Ook dit is te vergelijken met het model van de drie mensbeelden. Mensen kunnen niet functioneren zonder de hersenstam, maar functioneren zonder de neocortex is wel enigszins mogelijk. Denk hierbij aan demen tie (Vroon, 1992), waarbij de hersenschors als eerste aangetast wordt. Bij dementie verdwijnen eerst de intelligente functies zoals planning en geheugen. Emoties zoals agressie en seksualiteit en basale functies zoals ademhalen en eten worden niet of pas veel later in het ziekteproces aangetast.

41

Made with FlippingBook - Online catalogs