Inkijkexemplaar Het palet van de psychologie- Rigter

1.4 Kenmerken van psychologische stromingen

Nadruk op effectiviteit Halverwege de jaren negentig startte een ontwikkeling – vooral binnen de hulpverle ning, waaronder de psychotherapie – die grote bijval kreeg. In toenemende mate werd van hulpverleningsmethoden verlangd dat bewezen is dat ze effectief – werkzaam – zijn ( evidence based ). Dat lijkt een open deur, maar dat was niet het geval. De laatste decennia wordt, in navolging van de medische wetenschap, van de hulpverlening verwacht dat de methoden onderzocht worden op effectiviteit. Als effectiviteit niet bewezen kan worden, dan kan dat bijvoorbeeld betekenen dat er geen geld beschik baar wordt gesteld of dat de verzekering de hulpverlening niet meer dekt (Kaasen brood, 2001; Konijn, 2003). Intussen zijn er ook weer kanttekeningen bij te plaatsen. Onderzoek naar effectiviteit vindt vaak plaats bij ‘model-patiënten’ met slechts één probleem. In de praktijk ziet men in de hulpverlening juist meestal patiënten met meerdere problemen. De nadruk op effectiviteit brengt met zich mee dat er minder aandacht is voor de theoretische uitgangspunten en meer voor praktisch nut. Het is een oude discussie, die ook al op het eerste internationale psychologiecongres uit 1889 plaatsvond. Effectiviteitsonderzoek komt terug in elk volgend hoofdstuk van dit boek. In de paragraaf ‘kanttekeningen’ staan we steeds stil bij het effectiviteitsonderzoek naar de behandelde methoden uit een stroming. Aan de hand van de slingerbeweging valt te voorspellen dat de huidige periode van samenwerking en pragmatische inslag gevolgd zal worden door een periode waarin het eigen gelijk weer centraal zal staan. De voorkeur van de schrijver van dit boek ligt bij de pragmatische aanpak. Elk verschijnsel is op verschillende manieren te bekijken; elke visie kent haar sterke en zwakke punten. De roep om bewezen effectiviteit is terecht en in lijn met een eerder besproken belangrijk kenmerk van theorieën, namelijk dat de (wetenschappelijke) resultaten herhaalbaar moeten zijn. In de praktijk blijken er echter veel haken en ogen aan te zitten (Hutschemaekers & Van Kalmthout, 2004). 1.4.2 Mensbeelden bij theoretische stromingen Iedere psychologische stroming is te karakteriseren aan de hand van een – meer of minder uitgewerkt – mensbeeld. Hierin komt tot uitdrukking hoe ‘de mens’ opgevat wordt. Mensbeelden bestaan niet alleen binnen (mens)wetenschappen, wij hebben

allemaal een opvatting over wat typisch men selijk is. Deze opvattingen zijn historisch, cul tureel en religieus bepaald. Een mensbeeld kent twee aspecten (Eisenga & Van Rappard, 1987): een beschrij ving van de kenmerkende eigenschappen (de bodem van het menselijk bestaan) en een

Ook een hulpverlener heeft opvat tingen over wat typisch menselijk en menswaardig is. Van zo’n mensbeeld hoef je je niet bewust te zijn, maar het beïnvloedt wel je opmerkzaamheid en werkwijze.

31

Made with FlippingBook - Online catalogs