Inkijkexemplaar Het palet van de psychologie- Rigter

1.3 Theorieën

aan zijn pols. Voor jou bevindt zich een groot instrumentenbord met dertig schakelaars, beginnend met 15 volt en telkens met 15 volt oplopend tot en met 450 volt. Bij sommige schakelaars staat een waarschuwing zoals ‘matige schok’ (75 volt), ‘heel sterke schok’ (195 volt) en‘gevaar: ernstige schok’(375 volt). Bij de laatste twee staan enkel drie krui sen (XXX). Als je de schakelaar omdraait, dan hoor je een geluid en zie je de voltagemeter uitslaan. Voordat je begint, krijg je zelf een schok van 45 volt om te demonstreren dat het apparaat werkt. Dan start het experiment, de‘leerling’moet woordparen uit zijn hoofd leren, bijvoorbeeld: bij‘blauw’hoort‘doos’. Bij een fout antwoord moet je als‘leraar’een schok geven en bij elke nieuwe fout wordt het voltage met 15 verhoogd. Als je aarzelt, word je door de proefleider aangespoord om door te gaan, hij verzekert je dat er niets mis kan gaan. Bij 300 volt hoor je de ‘leerling’ met zijn voeten tegen de muur trappen, daarna geeft hij geen antwoord meer. De proefleider zegt dat geen antwoord geven ook fout is en hij spoort je aan door te gaan met het geven van schokken. Voordat je verder leest: tot hoever denk je te gaan? Als een docent die vraag aan stu denten stelt, dan zijn er meestal weinig die zeggen dat ze zouden doorgaan tot het bittere einde. Als dat ook jouw antwoord is, dan verkeer je in goed gezelschap. De vraag werd aan veertig psychiaters voorgelegd. Volgens hen zou de meerderheid zich bij 150 volt tegen de proefleider verzetten en zou slechts een kleine groep gestoorden (één op de duizend, werd geschat) de maximale schok geven. Het resultaat van het experiment van Milgram was anders: tot en met het toedienen van 300 volt was geen enkele ‘leraar’ ongehoorzaam aan de proefleider. 65 procent van de proefpersonen ging door tot en met de maximale schok van 450 volt. Tot zover de beschrijving (Colman, 1989). Hoe moet je dit resultaat verklaren ? Er zijn drie belangrijke werkzame factoren (Raaymakers & Meeus, 1988): het aanzien of de betrouw baarheid van de proefleider, de controle op de uitvoering en het eventuele verzet van het slachtoffer. In een ander experiment toonde Milgram aan dat wanneer er twee proefleiders waren die elkaar tegenspraken – waarmee hun aanzien werd aangetast – geen enkele proefpersoon de opdracht uitvoerde. Als de controle minder was – dit werd aangetoond in een experiment waarbij de proefleider niet lijfelijk aanwezig was, maar instructies telefonisch doorgaf –, dan daalde de gehoorzaamheid zienderogen. Dat gebeurde ook in een experiment waarbij de ‘leraar’ de ‘leerling’ kon zien en soms de schok zelf moest toedienen door de hand van de ‘leerling’ op een plaat te drukken. In het laatste geval daalde het aantal proefpersonen dat de maximale schok toediende tot 30 procent. Was dit experiment repliceerbaar ? Het antwoord is ja. Het experiment werd in verschillende landen herhaald met vergelijkbare resultaten. Ook in andere (meer natuurlijke) situaties werden vergelijkbare resultaten gehaald. Voorbeelden komen uit het leger (de ene soldaat die een andere soldaat schokken moet toedienen) en uit het ziekenhuis (verplegers die gehoorzamen aan een telefonische opdracht om verboden medicatie aan een patiënt te geven).

27

Made with FlippingBook - Online catalogs