Praktijkboek relationeel werken in zorg en welzijn - Greet Demesmaeker

1.6 | Instrumentalisering van de relatie: een uitdaging

enkel tussen professionals, maar ook tussen professional en cliënt (Van Unen, 2007). Deze laatste werkwijze kunnen we circulair noemen: hier is sprake van een constante wisselwerking en betrokkenheid op elkaar. Kunneman (2006) vergelijkt een geïnstrumentaliseerde of gemechaniseerde relatie in de beheersbare zorg metaforisch met een broodrooster: ‘De persoon van de deskundige wordt methodisch ingezet, als een instrument dat de empathische warmte produceert die voor de be handeling noodzakelijk is. En als de behandeling voorbij is, kan de stekker weer uit het stopcontact’ (Kunneman, 2006, p. 20). Hierbij wordt de cliënt gereduceerd tot een object van behandeling, waarvan verwacht wordt dat het zich overgeeft aan de deskundigheid van de professi onal. De maatstaf voor de geboden hulp hangt af van het instrument (brood rooster) dat wordt ingezet. Is één broodrooster niet voldoende, wordt de cliënt doorverwezen naar andere broodroosters, met weer andere deskundigheid. De professional wordt aldus opgeleid tot het deskundig bedienen van de brood rooster (Van Unen, 2007). In de termen van Buber evolueert de Ik-Jij-relatie naar een Ik-Het-relatie: we richten ons niet meer tot een subject, maar het verwordt tot een relatie subject-object. Wanneer we de kaart trekken van de zorgethiek met als belangrijk speerpunt de affectieve wederkerigheid (zie pa ragraaf 2.2.3), moeten we werk blijven maken van de relatie van subject tot subject (zie ook Levinas en Buber, paragraaf 1.1), van mens tot medemens. Bij samen-leven en samen-werken is altijd een bepaalde structuur nodig waar in we ons bewegen. Regels, draaiboeken en procedures zijn noodzakelijk, al leen schieten we daarin door, zijn we te ‘regelgehoorzaam’, waardoor er onvol doende ruimte is om vrij te bewegen, om ontmoetingen te creëren. Wanneer daarvoor toch (betekenis)tijd wordt gemaakt, krijgt je als professional algauw een schuldgevoel: Ben ik nu wel aan het werk, want ik dóé niets! Veel pro fessionals vinden bijvoorbeeld dat ze ‘niets doen’ als ze televisiekijken met de cliënt terwijl er nog zoveel praktisch werk op hen wacht. Mijn vraag aan hen is: waar draait het echt om? Wat staat er echt op het spel? Wat is de echte be doeling van hulpverlening? In de presentiebenadering wordt dit als ‘finaliteit’ benoemd. Wees daarom af en toe ‘professioneel ongehoorzaam’ en laat je niet vangen door alle randzaken zoals administratie, registratie of computerwerk. ‘Regels en protocollen zijn goed, tot het moment dat ze niet passen. Dan moet je doen wat nodig is’ (Zwijnenburg et al., 2022, p. 30).

29

Made with FlippingBook Ebook Creator