Schrijfgids voor economen 5e druk-Susanne van Hoek-Gerritsen

Deel lll Schrijffase 3: Afronden

151

6 De overige scriptieonderdelen maken

152 152 152 153 154 155 157 159 161 163 164 165 165 165 166 167 170 172 173 173 174 174 178 179 179 179 180 182 182 183 184 186 188 188 190 196

6.1 Inleiding

6.2 De vaste volgorde van de tekstonderdelen

6.3 Het voorblad of de kop

6.4 Het voorwoord

6.5 De managementsamenvatting

6.6 De inhoudsopgave

6.7 Eindnoten en voetnoten

6.8 De literatuurlijst

6.9 De bijlagen

6.10 Samenvatting

7 Goede zinnen schrijven in je scriptie

7.1 Inleiding

7.2 Begrijpelijke zinnen formuleren met ‘Ik eet kip’ 7.2.1 De tangconstructie of uiteenplaatsing

7.2.2 Het passief of de lijdende vorm

7.2.3 De naamwoordstijl en de voorzetselstijl

7.2.4 Bijzinnen en de lange aanloop

7.3 Aanvaardbare zinnen formuleren

7.3.1 Zinslengte afwisselen 7.3.2 Zinsbouw afwisselen

7.3.3 Aanvaardbaar taalgebruik hanteren

7.4 Samenvatting

8 Goede woorden en leestekens gebruiken in je scriptie

8.1 Inleiding

8.2 Begrijpelijke woorden hanteren 8.2.1 Economische begrippen

8.2.2 Vaktaal vermijden

8.2.3 Concrete woorden kiezen 8.2.4 Eenduidig formuleren

8.2.5 Goed verwijzen

8.2.6 Goed verbanden leggen 8.3 Correcte woorden gebruiken

8.3.1 Correct taalgebruik en de bronnen 8.3.2 Zes veelgemaakte taalfouten in scripties 8.3.3 Niet-Nederlandstalige achtergrond en Engels

Made with FlippingBook Ebook Creator