KlasNL Nedelands leren naar B1 - Martijn Baalman, Fouke Jansen, Vita Olijhoek en Anja Valk

Deel B

26 a Kies de goede vorm van zich .

1 De kinderen konden

om half 3 niet meer concentreren.

Les 1

2 Aram vraagt

af hoe laat het feest morgen begint.

3 Je moet

niet zo druk maken. Dat is helemaal niet nodig.

4 Jullie kunnen

aanmelden bij de balie van het buurtcentrum.

5 Ik meld

morgen om 14.00 uur in het gemeentehuis.

6 Waarom herinneren we

dat helemaal niet?

b Maak goede zinnen met het wederkerende werkwoord.

1 zich aanmelden 2 zich voorstellen 3 zich wassen 4 zich herinneren 5 zich inschrijven 6 zich aankleden

c Bespreek je zinnen met een andere cursist. Hebben jullie de goede vorm van zich gebruikt?

Woorden – Tijd

27

Dit weet je al: Ÿ Je kunt in een tekst de woorden eerst , daarna en toen gebruiken. Deze woorden maken je verhaal duidelijker. Door deze woorden weet je wanneer iets gebeurt: nu, straks of vroeger. In deze les schrijft Suchin over vroeger. Ze gebruikt de woorden eerst , daarna en toen . Eerst is Frits een paar keer in Thailand geweest. Hij logeerde bij mijn ouders. Daarna ben ik een keer in IJsseldam geweest. Dat vond ik echt spannend. Toen heb ik in Bangkok een basiscursus Nederlands gedaan. Dit is nieuwe informatie: Ÿ Andere woorden van tijd zijn: in het begin , dan , later , aan het eind , ten slotte , terwijl , straks , tijdens .

25

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online