Nederlands in actie - Boer, Kamp en Pentermann
Hoofdstuk 1 | Identiteit
Opdracht 10 Welke conjunctie past hier? Soms zijn er meer mogelijkheden.
1 Ik wil nog verder aan die tekening werken __________________ we gaan eten. 2 Ik word stil __________________ ik een film indrukwekkend vind. 3 De supporters schreeuwden __________________ John een doelpunt maakte. 4 Ik luister naar vrolijke muziek __________________ ik me niet erger aan het lawaai van de buurjongen. 5 Ze moet in het ziekenhuis blijven __________________ ze weer kan lopen. 6 Cynthia doet dit onderzoek __________________ ze iets voor de wereld wil doen. 7 Hier liggen ernstig zieke patiënten __________________ je mag hier geen la waai maken. 8 __________________ ik lang in de stad heb gewoond, woon ik nu op het platteland.
Opdracht 11 Beantwoord de vragen. Ga verder met de gegeven woorden. 1 Wanneer ben je vrolijk? Als … 2 Waarom bewaar je die spullen? Omdat … 3 Waarom ga je vanavond niet basketballen? Omdat … 4 Wanneer ben je niet zo geduldig? Als … 5 Wanneer geef je een feest? Als … 6 Waarom ben je trots op jezelf? Omdat … 7 Wanneer ga je niet naar je werk? Als … 8 Wanneer mail je me? Als … 9 Waarom speel je (g)een muziekinstrument? Omdat … 10 Wanneer luister je naar muziek? Als … 11 Waarom leer je Nederlands? Omdat … 12 Wanneer stop je met Nederlands leren? Als … 13 Wanneer ben je enthousiast over een project? Als …
35
Made with FlippingBook Annual report maker