Nederlands in actie - Boer, Kamp en Pentermann

Hoofdstuk 1 | Identiteit

Opdracht 1 | Verwerking van de dialoog Welke uitspraak past bij wie? Zet een kruisje in de juiste kolom.

Jip

John

1 Ik studeer rechten. 2 Mijn vader heeft goed voor mij gezorgd. 3 Mijn persoonlijk grootste droom heb ik bereikt. 4 Ik wil graag wetenschappelijk onderzoek doen. 5 Ik wil geen gevaarlijk dier zijn. 6 Ik erger me als ik in de auto of op de fiets zit. 7 Ik heb een hekel aan lawaai.

Opdracht 2 | Interviewen Interview elkaar.

a Kijk naar de vragen in de beide dialogen. Kies vijf vragen die je wil stellen aan de ander en bedenk zelf één of twee extra vragen. Kies ook twee vragen die je zelf graag wil beantwoorden. b Interview elkaar. Maak aantekeningen of een audio-opname, want je moet een verslag schrijven. c Schrijf een korte tekst over de medecursist die je hebt geïnterviewd. Stuur je tekst naar hem/haar/hen. d Schrijf een korte reactie op de tekst over jou: klopt de informatie? Vind je het een leuke tekst? e Stuur jullie teksten inclusief reactie naar je docent.

Opdracht 3 Welk woord hoort er niet bij?

1 Een hobby kan zijn: schilderen | tekenen | fluisteren | zingen | gitaar spelen 2 Een mens kan zijn: muzikaal | gevaarlijk | sterk | universitair | grappig 3 Een eigenschap is: geduldig | trots | bescheiden | persoonlijk | vrolijk 4 Een mens kan: uitkomen | fluisteren | zich ergeren | schreeuwen | zorgen

26

Made with FlippingBook Annual report maker