Taaltalent 3 - Verbruggen, Taks, Falier en Jacobs
Hoofdstuk 1 Familie
Opdracht 13 Meneer Willems is ziek en kan niet voor zichzelf zorgen. Hij krijgt regelmatig hulp van de thuiszorg (Jessica). Daarnaast krijgt hij hulp van zijn zoon (Jan), zijn zus (Monique) en de buurman (Hendrik). Ze hebben een duidelijke taakverdeling.
Maak de schema’s compleet. Gebruik zinnen met inversie.
Voorbeeld: Cursist A:
Wat doet Jan op dinsdag? Op dinsdag stofzuigt Jan.
Cursist B: (stofzuigen)
Cursist A
Jessica
Jan
Monique
Hendrik afwassen
de woonkamer schoonmaken
de planten water geven
dinsdag
de wc schoon maken boodschappen doen
strijken
woensdag
de badkamer schoonmaken
donderdag
de ramen wassen
vrijdag
Voorbeeld: Cursist B:
Wat doet Jessica op vrijdag? Op vrijdag wast Jessica de ramen.
Cursist A: (de ramen wassen)
Cursist B
Jessica
Jan
Monique
Hendrik
stofzuigen
dinsdag
woensdag de vuilniszak buitenzetten
een taart bakken
donderdag koken
de keuken schoonmaken
de auto wassen de was doen de woonkamer opruimen
vrijdag
28
Made with FlippingBook - Online catalogs