Sociaal met taal - Nieuwboer & 't Rood

Module 8 | Solidariteit

Zoek de verschillen – inventarisatie (T1, waar mogelijk en nodig T2) De voorzieningen in de landen van herkomst van de deelnemers kunnen wel of niet op die in Nederland lijken. Daarom is het interessant om dit samen te onderzoeken. Welke verschillen zijn er? In tweetallen kiezen de deelnemers vijf voorzieningen, die worden verdeeld over deze categorieën: • gezondheidszorg: wijkcentra, voorlichting, preventieprogramma’s, huisarts, specialisten, ziekenhuis, verpleeghuis; • onderwijs: scholen, onderwijsvormen, leerplicht, kwalificatieplicht; • financieel vangnet: uitkeringen (bij werkloosheid WW of bijstand, bij ar beidsongeschiktheid WAO en bij ouderdom AOW), kinderbijslag, huur- en zorgtoeslagen; • infrastructuur: wegen en spoorlijnen, bruggen en tunnels; • bescherming: politie, brandweer, leger, rechtspraak, opvang van vluchtelingen. Licht eventueel toe: het Nederlandse leger is deel van de NAVO. Samen met de NAVO en de Verenigde Naties ( United Nations ) worden militaire vredesmissies uitgevoerd. Je moedigt aan om concreet te maken wat de deelnemers al hebben ervaren of waargenomen en wat het verschil is met het land van herkomst. Inventariseer de antwoorden op het bord. Deelnemers schrijven kernwoorden op. Bijvoorbeeld: • Ouderen blijven langer alleen thuis wonen, bij ons … • Kinderen zitten langer op school, bij ons … • Je moet ondersteuning digitaal aanvragen, bij ons … Hoe wordt het betaald? – gesprek (T1) Hoe worden de voorzieningen in Nederland betaald? Na een gesprek vul je zo nodig aan: • belastingen: werkende inwoners betalen onder meer inkomsten- en water schapsbelasting; • premies: werkende inwoners betalen belasting voor een specifiek doel, zoals zorgverzekering; • overheidsleningen: de overheid leent van banken op de kapitaalmarkt; • obligaties: beleggers lenen geld aan de overheid; • geld voor andere landen: ontwikkelingssamenwerking. Alle uitgaven leiden ook tot een staatsschuld. Ga eventueel in op de vraag welke af spraken Nederland over de staatsschuld heeft gemaakt (binnen de Europese Unie). Doe dit alleen als hiervoor binnen de deelnemersgroep belangstelling bestaat. • De wegen zijn goed onderhouden, bij ons … • Je ziet niet veel politie op straat, bij ons … Tip: het kan vooral in de Z-route beter zijn om dit per categorie te behandelen.

202