Basisboek methodisch werken in het sociaal domein - Barbara Buijten

Animerende publicatie

Basisboek methodisch werken in het sociaal domein

Ik zie je, jij hoort mij.

Voor F. †

Basisboek methodisch werken in het sociaal domein Theorie, visie en toepassing

Barbara Buijten

bussum 2023

www.coutinho.nl/basisboekmethodischwerken Je kunt aan de slag met het online studiemateriaal bij dit boek. Dit materiaal bestaat uit extra (reflectie)oefeningen en extra informatie in de vorm van artikelen en links.

© 2023 Uitgeverij Coutinho bv Alle rechten voorbehouden.

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens bestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, me chanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor de readerre geling kan men zich wenden tot Stichting UvO (Uitgeversorganisatie voor Onderwijslicen ties, www.stichting-uvo.nl). Voor het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal in knipselkranten dient men contact op te nemen met Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, www.stichting-pro.nl).

Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum info@coutinho.nl www.coutinho.nl

Omslag: Bart van den Tooren, Amsterdam

Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Perso nen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever.

ISBN: 978 90 469 0820 4 NUR: 752

Ten geleide

Sociaal werkers hebben het voorrecht om met een prachtig en uniek doel bezig te zijn: mensen tot hun recht laten komen in relatie tot hun omgeving. Dit lijkt mij meteen een verklaring waarom ons beroep leunt op en vertrekt vanuit de interna tionale en universele rechten van de mens. Het is bovendien de reden waarom het belang van methodisch handelen essentieel is. Je wilt als sociaal werker bijdragen aan de levenskwaliteit en, wat mij betreft, is dat een leven dat mensen zelf van waarde achten. Een leven zoals mensen dat zelf willen vraagt om professionals die bewust stilstaan bij hun bekwaamheid door te reflecteren. Een proces van vragen stellen over wat ze doen en aansluit bij de behoefte van een ander. Methodisch handelen is bewust, reflecterend en lerend handelen vanuit vaste patronen. Daarnaast ligt de schoonheid in het kunnen toepassen van bestaande en nieuwe vormen van kennis en kunde in situaties die daarom vragen. Of het nu om gezinnen met multiproblematiek gaat of om (risico)jongeren in de stedelijke aandachtsgebieden, in alle gevallen zorgt methodisch werken voor aansluiting bij de uniciteit van de ander. Je kunt aansluiten, omdat je als professional (weten schappelijke) kennis, technieken en een juiste grondhouding weet te combineren. En tot de dag van vandaag maakt het mij trots om als sociaal werker iedere keer weer de behoeften en hulpvragen van de ander centraal te stellen. Het centraal stellen van de ander en vraaggericht vertrekken vanuit onder steuningsbehoeften kan niet zonder procesmatig en doelgericht handelen. Wan neer je gestructureerd werkt, weet de ander wat die kan verwachten. Maar ook jij, als aanstaande professional, weet of je op koers bent en aansluit bij de vooruit gang die mensen voor ogen hebben. Als er iets is wat mij nog steeds inspireert, is het het zien groeien van mensen nadat ze een beroep hebben gedaan op de methodisch onderlegde sociaal werker. Beste aanstaande sociaal werker, als jij dit boek leest, bestaat de kans dat ik als Ambassadeur van het Nederlands Sociaal Werk jou als collega krijg. Dit boek biedt een stevige basis voor jou als aankomende professional in het sociaal werk. Het geeft een overzichtelijk beeld wat methodisch werk inhoudt en hoe je dit in de cliëntsituaties toepast. De cliënt heeft recht op een hoogwaardige dienst- en hulpverlening, waarin een methodische handelingskader een verreist is. Een ka-

der waarin jij, als sociaal professional in staat bent om mensen te helpen ontwik kelen en te groeien, zodat ze van waarde zijn voor zichzelf en voor anderen.

Redouan el Khayari MSc Sociaal werker van het jaar 2022

Docent/onderzoeken aan de opleiding SW van de Haagse Hogeschool Bestuurslid Beroepsvereniging Professionals Social Work (BPSW) Directeur van Stichting Mens In Ontwikkeling (MEION)

Voorwoord en dank

In 2020 kreeg ik de vraag een nieuw, eigentijds boek te maken over methodisch werken. In de gesprekken voorafgaand aan het schrijven ben ik op zoek gegaan naar wat voor de studenten absoluut essentieel is hierover te weten, te kennen en te kunnen. Maar ook, wat kan de student daarna nog oefenen, experimenteren en ervaren, waardoor de basis van methodisch werken echt bij de student gaat horen? Ik heb getracht in het boek zo veel mogelijk in gesprek met de student te gaan. Ik heb geprobeerd weg te blijven van de niet-exacte wetenschap, maar uit te leggen, te herhalen en nog een keer uit te leggen, met de student en beginnend beroepsbeoefenaar in gedachten. Het boek Basismodel voor methodische hulp- en dienstverlening in het sociaal werk (2014) van Ad Snellen heeft mij als docent maatschappelijk werk & dienst verlening bij Hogeschool Inholland in Amsterdam het meest geïnspireerd om tot de kern te komen van het beroep sociaal professional. In het boek is altijd weer iets nieuws te ontdekken. Jaar in jaar uit heb ik het basismodel aan studenten uit gelegd, toegelicht en met voorbeelden doen leven. In mijn lessen legde ik, naast het fasegericht werken, de focus op het ontwikkelen van een visie. Voor studen ten en aankomende beroepsbeoefenaren was het niet altijd gemakkelijk om ant woorden te formuleren op vragen als: ‘Hoe zie jij jouw werk, wat wil je bijdragen, wat is je visie en hoe verhoudt jouw visie zich tot de standaarden in het beroep?’ Ik wilde de studenten uitdagen om kritisch en tegelijkertijd zorgzaam te kijken naar hun belangrijkste waarden en drijfveren. Het waren mooie gesprekken. Ik dank Uitgeverij Coutinho, Casper Beekman en Jennifer Obdam voor het ver trouwen en het enthousiasme. Bijzondere dank voor Theo Hoek, methodiekdo cent en supervisor en – als grote steun – een mentor; zonder zijn onophoudelijke motivatie was het nooit gelukt. Speciale dank aan Indira Huliselan. Zij is met haar kritische vragen en scherpe blik van grote betekenis geweest tijdens het schrijven van de hoofdstukken. Mijn dank gaat naar Noah Huliselan voor inspiratie tijdens de autoritten over niet te stoppen creativiteit en je dromen waarmaken. Ik dank Gerard Vernooy voor het meedenken bij de start van de hoofdstukken, Stien Post ma, collega en methodiekcoach bij de penitentiaire inrichting in Ter Apel, voor de urenlange brainstormsessies over methodiek en methodisch werken en ons geweldige avontuur aldaar. Ik dank mijn grootste bron: de studenten met wie ik heb mogen werken. Ik dank Stephanie Stapper, persoonlijk begeleider bij Ipse de Bruggen voor haar hulp en Eva Vervaart, student Social Work bij Hogeschool Lei-

den, die alles voor elkaar krijgt. Mijn dank gaat uit naar Steven Hendriks, die mij vleugels gaf in de afronding van het boek.

Ik draag dit boek op aan Chiara de Graaff, moeder en maatschappelijk werker, met wie ik nog steeds de allermooiste gesprekken kan hebben over het geweldige beroep van de sociaal professional.

Mijn dank is groot.

Barbara Buijten Voorjaar 2023

Inhoud

Inleiding

15

Deel I Oriëntatie op methodisch werken

21

1 Het sociaal domein

23

1.1 Sociaal werk, psychosociale hulpverlening en maatschappelijke context

23 23 24 27 30 35 38 38 40 41 44 45 46 47 49 49 49 50 51 53 54 57 59 60 60 62 65 67

1.1.1 Sociaal werk 1.1.2 Decentralisatie

1.1.3 Sociaal werk: kernfunctie en taken

1.1.4 De sociaal professional

1.2 Signaleren, agenderen en preventie

1.3 Andere vormen van hulpverlening in het sociaal domein

1.3.1 Beroepsrichtingen

1.3.2 Geestelijke gezondheidszorg en psychologische hulp

1.4 Doelgroepen

1.5 Methodisch werken in het sociaal domein

1.6 De positionering van sociaal werk in onze samenleving

1.6.1 Maatschappelijke visie op sociaal werk 1.6.2 Het begrip ‘sociaal werk’: betekenissen

2 Hulpverlenen

2.1 Verwachtingen, rollen en functies

2.1.1 Verwachtingen

2.1.2 Sociaal en professioneel netwerk

2.2 Het belang van sociaal werk en hulpverlenen 2.3 Hulp bieden op verschillende niveaus

2.3.1 Hulp op persoonsniveau 2.3.2 Hulp op omgevingsniveau 2.3.3 Hulp op maatschappelijk niveau

2.4 Wederkerigheid in het hulpverleningsproces

2.4.1 Transactionele Analyse (TA)

2.4.2 Positie als sociaal professional en cliënt

2.4.3 Oplossingsgericht werken

2.5 Soorten hulpverlening

3 Methodisch werken

73 73 78 78 80 83 86 87

3.1 De opzet van methodisch werken 3.2 Fasen in het methodisch werken

3.2.1 Startfase

3.2.2 Onderzoeksfase en planning

3.2.3 Actiefase

3.2.4 Afrondingsfase

3.3 Het communicatiemodel van Watzlawick

3.3.1 Axioma 1: de onmogelijkheid om niet te communiceren 87 3.3.2 Axioma 2: inhouds- en betrekkingsniveau van de communicatie 89 3.3.3 Axioma 3: de interpunctie van de loop van de gebeurtenissen 90 3.3.4 Axioma 4: communicatie is digitaal en analoog 91 3.3.5 Axioma 5: symmetrische en complementaire interactie 92 3.4 Methodisch werken in groepen 93

Deel II Kennis over methodisch werken

99

4 Theorieën in het methodisch werken 4.1 Verschillende stromingen in de psychologie

101 101 102 104 108 110 113 116 123 124 125 128 130 132 133 134 136 139

4.1.1 Het biologische perspectief 4.1.2 Het behavioristische perspectief 4.1.3 Het cognitieve perspectief 4.1.4 Het psychodynamische perspectief 4.1.5 Het humanistische perspectief 4.1.6 Het socioculturele perspectief

5 Visie

5.1 Visie, mensbeelden en waardekaders

5.1.1 Hoe vorm je een visie?

5.2 Het nature-nurturedebat 5.3 Waarden en normen

5.3.1 Normoverschrijdend gedrag 5.3.2 Maatschappelijke veranderingen

5.4 Beroepshouding

5.4.1 Rollen

5.5 Gespreksvaardigheden in het methodisch werken

6 Methodisch maatwerk

147 147 149 151 153 156 158 159 160 161 163 165 166 173 175 177 177 178 181 183 184 185 188 188 189 190 191 192 192 193 194 195 196 171

6.1 Omgaan met dilemma’s 6.1.1 Dilemmareflectie 6.2 De aanpak in het signaleren

6.2.1 Methodisch signaleren

6.3 Preventief werken 6.4 Vraaggericht werken

6.5 Voorbeelden van methodisch maatwerk 6.5.1 Gezinnen en jeugdigen – jeugdhulp

6.5.2 Intensieve ambulante gezinsbegeleiding (IAG)

6.5.3 Leven in armoede

6.5.4 Bemoeizorg

6.6 Interveniëren

Deel III Toepassing van methodisch werken

7 Het basismodel voor methodisch werken

7.1 Stapsgewijze aanpak

7.2 De startfase

7.2.1 De stap naar hulp

7.2.2 Start van de hulpverlening

7.2.3 Motivatie: de piramide van Maslow

7.2.4 Je eigen motivatie

7.3 De onderzoeksfase en planning

7.3.1 De onderzoeksfase 7.3.2 Doelen formuleren

7.3.3 Acties formuleren en een planning maken

7.4 De actiefase

7.4.1 Oefenen met nieuw gedrag 7.4.2 Weerzin en weerstand

7.5 De afrondingsfase

7.5.1 Effectiviteit 7.5.2 Reflecteren 7.5.3 Evalueren 7.5.4 Rapporteren 7.5.5 Verantwoording

8 De startfase

199 199 200 203 207 207 209 210 212 214 216 219 219 219 221 223 224 225 226 227 227 228 229 231 232 235 237 238 240

8.1 Kennismaken en contact

8.1.1 Contact

8.2 Vertrouwen en veiligheid bieden

8.3 Erkennen en herkennen van de persoon

8.3.1 Betrokkenheid en empathie 8.3.2 Empathische basishouding

8.4 Probleem verkennen: verzamelen van informatie 8.5 Behoefte in kaart brengen en prioriteiten stellen

8.6 Motivatie

8.6.1 Gebrek aan motivatie

9 De onderzoeksfase en planning

9.1 Onderzoeken en analyseren van het probleem

9.1.1 Leefgebieden 9.1.2 Balansmodel

9.1.3 Verschillende posities 9.1.4 De vraag achter de vraag

9.1.5 Prioriteren 9.1.6 Urgentie

9.1.7 Spanningsveld

9.2 Vaststellen probleem, de hulpvraag in kaart brengen en doelen opstellen

9.2.1 Doelen

9.3 Acties formuleren en een planning maken

9.4 Het vraaggesprek

9.4.1 Open vragen

9.4.2 Directe of indirecte vragen

9.4.3 De waarom-vraag

9.4.4 Culturele aspecten in de vraagstelling

9.4.5 Concretiseren

10 De actiefase

243 243 243 244 246 247 248 249 250 252 255 257 260 261 262 267 267 269 270 272 274 275 277 281 284 286

10.1 Aanpakken en acties uitvoeren

10.1.1 Begeleiden en ondersteunen

10.1.2 Acties en doen

10.1.3 Planmatig en systematisch

10.1.4 Timing

10.1.5 Psycho-educatie

10.2 Nieuw gedrag aanleren

10.2.1 Cirkel van gedragsverandering 10.2.2 Motiverende gespreksvoering

10.2.3 Leerstijlen van Kolb

10.3 Omgaan met weerzin en weerstand

10.3.1 Omgaan met conflicten

10.3.2 Vaardigheden voor omgaan met een conflict

10.3.3 Geweldloos communiceren

11 De afrondingsfase

11.1 Evalueren

11.1.1 Zelfstandigheid en zelfvertrouwen 11.1.2 Einde hulpverleningscontact

11.2 Rapportage

11.2.1 Opbouw van een rapportage 11.2.2 Objectief of subjectief?

11.3 Reflectie op de hulpverlening

11.4 Zelfreflectie

11.4.1 Supervisie 11.4.2 Intervisie

Literatuur

287 301 311

Register

Over de auteur

Inleiding

Dit boek, Basisboek methodisch werken in het sociaal domein , geeft jou als aanko mend sociaal professional een toegankelijke en actuele inzage in het methodisch werken binnen het sociaal domein. Zoals Spierts et al. (2017) uitleggen in het boek De brede basis van het sociaal werk , gaat het er in het sociaal werk niet alleen om dat je weet wat je als sociaal professional wilt bereiken, maar vooral dat je leert hoe je dat moet doen. In de nieuwe opleidingsprogramma’s van hogescholen in Nederland zijn ‘oude’ opleidingen als Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH), Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD) en Culturele en Maatschappelijke Vorming (CMV) in 2017 samengevoegd tot één opleiding: Social Work. Deze opleiding Social Work representeert zo veel mogelijk de huidige maatschappelijke ontwikkelingen en inzichten die voor het werk noodzakelijk zijn. Een veranderende samenleving Onze huidige samenleving maakt een grote verandering door. We zien ontwikke lingen als individualisme en polarisatie steeds meer toenemen. Tegelijkertijd lijkt er een behoefte aan nuancering op talloze gebieden, bijvoorbeeld op het gebied van collectiviteit, gemeenschapszin en zorg voor elkaar. In het sociaal werk worden deze maatschappelijke trends en veranderingen het snelst zichtbaar en voelbaar. De dynamische en veranderende samenleving vraagt om vakliteratuur waarin studenten Social Work zich kunnen herkennen, die voor de studenten geschre ven is en die het werken in het beroep waarvoor zij gekozen hebben verheldert en toegankelijk maakt. Literatuur die uitnodigt tot nadenken en die het debat over het belang van het beroep verstevigt. Het is belangrijk de literatuur als houvast te herijken, te vernieuwen en aan te laten sluiten op de nieuwe generatie sociaal professionals – te beginnen met een nieuw standaardwerk voor methodisch werken in het sociaal domein. Dit boek, Basisboek methodisch werken in het sociaal domein , wordt gepresenteerd als een basis waarmee de sociaal professional direct aan de slag kan. De sociaal professional werkt samen met de cliënt en met mensen uit meerdere disciplines aan een vooraf bepaald gewenst resultaat en is daarmee deel van een groter geheel. Dit groter geheel kun je vergelijken met een zwerm vogels (zoals te zien is op het omslag) waarbinnen een bepaalde dynamiek en een vaste structuur heersen. Deze vaste structuur biedt houvast; je kunt met elkaar afstemmen en je streeft hetzelfde doel na. Het sociaal werk is niet statisch. Het is levendig en

15

Basisboek methodisch werken in het sociaal domein

boeiend en geen dag is hetzelfde. Het is onderhevig aan onder- en bovenstromen waarin maatschappelijke invloeden en de actualiteit een grote rol spelen. Werken als sociaal professional in het sociaal domein betekent op zodanige wijze kunnen aansluiten op voorgaande aspecten dat alle vogels in de zwerm tot hun recht kun nen komen. Inclusief jijzelf. Karakter van het boek In het boek worden de belangrijkste aspecten van het methodisch werken uiteen gezet en het laat zien dat specifieke methodieken een keuze zijn in de toepassing van het sociaal werk. Het boek beoogt een gedegen basis te zijn waarmee de (aan komende) sociaal professional zorgvuldig en verantwoord het werk kan uitvoe ren, ongeacht doelgroep of werkgebied. Model methodisch werken De sociaal professional leert in dit boek hoe een model van methodisch werken wordt opgebouwd. Een overkoepelend model biedt een plaats aan combinaties van verschillende benaderingen en methodieken. De uitleg moet zo toegankelijk mogelijk zijn voor de lezer. Dat wil zeggen dat het boek een heldere en concre te schrijfstijl heeft, naar de student toe geschreven, zodat het begrijpelijk is en in meerdere studiejaren kan worden gebruikt. Het sluit aan op de actuele maat schappelijke ontwikkelingen en geeft voorbeelden die vandaag de dag voor iedere student herkenbaar zijn. Het boek legt zich minder vast op de verschillende oplei dingsprofielen, zodat het ook kan worden ingezet als de opleidingen de curricula willen aanpassen of hieraan toevoegingen willen doen. Het boek richt zich op het generieke karakter van het sociaal werk, waarbij het algemene methodische werk vooropstaat. Tegelijkertijd kan het gebruikt worden voor het specifieke deel van het werk, zoals bij doelgroepbenadering, een the matische benadering of een benadering vanuit een bepaalde sector. Het boek is geïnspireerd op het basismodel van Ad Snellen (2014) en gecombineerd met een duidelijke eigen ‘kleur’: die van de cliënt- en relatiegerichte manier van werken. Daardoor krijgt het een heldere, toegankelijke en eigentijdse signatuur. Het relationele deel van methodisch werken Uit meerdere bronnen komt naar voren dat een methode of een specifieke tech niek weinig verschil maakt voor de (langetermijn)effecten van hulpverlenen. Je zou zelfs kunnen concluderen dat methoden maar vijftig procent van het hul presultaat vertegenwoordigen (De Mönnink, 2016). Gebleken is dat de cliënt, de sociaal professional en de (samen)werkrelatie, de zogenoemde common factors, veel meer invloed hebben op de werkzaamheid van de geboden hulp of zorg (De

16

Inleiding

Vries, 2010). Dit relationele deel van het methodisch werken heb ik nader belicht in de boeken Relatiegerichte begeleiding (2017) en Relatiegerichte zorg (2021).

In het boek Basisboek methodisch werken in het sociaal domein zullen de relatie opbouw en hoe deze vorm te geven belangrijke onderdelen vormen van de me thodische werkwijze. In de huidige literatuur over methodisch werken gaat het veelal om het activeren van het probleemoplossend en zelfhelend vermogen van de cliënt om zodoende de zelfredzaamheid te kunnen bevorderen. Dit boek richt zich op samenwerken met de cliënt, samen optrekken en er actief en present voor iemand zijn. Deze accenten – samenwerken en het present zijn – zullen worden verweven in de objectivering van de methodische werkwijze die in elke vorm van hulpverlenen eenzelfde route kent. In verschillende nieuwe overheidsprogramma’s voor zorg en welzijn worden de behoefte en de wens van de cliënten en hun naasten genoemd als uitgangspunten voor goede zorg en ondersteuning. Sociaal professionals helpen cliënten om hun eigen leven te kunnen leiden. Zij hebben aandacht en begrip voor hun cliënten en houden zo veel mogelijk rekening met wat hun cliënten gewend zijn. De fo cus ligt op het vraagstuk van de cliënten en op hun behoefte, gekoppeld aan het maatschappelijke deel van de situatie waarin de cliënten zich bevinden. Dit boek geeft antwoord op de vraag hoe je als (aankomende) sociaal professional op een methodische wijze hierop kunt aansluiten. Doel van het boek Het doel van het boek is om helder, eigentijds en actueel te kunnen inspelen op het methodisch werken in de verschillende sociaalwerkpraktijken van nu. De nadruk ligt vooral op de kwaliteit van de relatie om aan te geven dat een goede relatie de werking van andere factoren mogelijk maakt (Snellen, 2014). De problemen worden vaak niet zomaar opgelost, zelfredzaamheid is niet in korte tijd aan te leren en succesverhalen liggen vaker niet dan wel voor de hand. Sociaal professionals hebben een heldere en toegankelijke leidraad nodig waarmee zij hun werk kunnen uitvoeren. Met dit boek krijgt een nieuwe generatie studenten een methodische basis aangereikt waarmee ze op elk gebied van cliëntondersteuning kunnen werken. Tevens worden nieuwe inzichten van deze tijd over methodisch werken geïnte greerd en gepresenteerd en worden de lezers uitgedaagd na te denken over visies, uitgangspunten en de effectiviteit van geboden hulp. De lezers wordt gevraagd om hun eigen ideeën toe te lichten en tegelijkertijd kritisch te bezien. Uitgangs punt in het boek is de menselijke maat in plaats van het automatisch volgen van protocollen en beleidsafspraken. Het gaat over het spanningsveld tussen mensge-

17

Basisboek methodisch werken in het sociaal domein

richt werken, persoonsgerichte hulpverlening, maatschappelijke betrokkenheid en wat de samenleving als hulpverlening voor zich ziet.

Het model biedt een stevig kader van waaruit gewerkt kan worden. Sociaal pro fessionals doen nooit ‘zomaar’ iets. Ze beogen met hun werk verbeteringen aan te brengen in de kwaliteit van leven van een individu of van groepen binnen de samenleving (Spierts et al., 2017). Methodisch werken is een vorm van professi oneel werken en het boek voorziet de aankomende sociaal professional van de kaders en handvatten. Doelgroep Het boek is primair bedoeld voor de hbo-student in de bachelor Social Work binnen het domein zorg en welzijn. Het boek kan worden gebruikt door andere (aankomen de) beroepsbeoefenaren in de zorg- en hulpverlenende beroepen, zoals maatschap pelijk begeleiders, coaches, counselors en ambulante werkers. Het boek is geschikt voor zelfstudie en voor het werken in de opleidingsgroepen. Begeleiding van de stu denten door de opleider is echter wenselijk om met het boek te kunnen werken en de houdingsaspecten en gespreksvaardigheden verder te kunnen ontwikkelen. Het referentiekader In deze tijd van individualisering en privatisering wordt er binnen het domein van zorg en welzijn grote waarde gehecht aan het maatschappelijk belang van zelfredzaam zijn. De cliënt moet in een korte tijd weer zelfstandig – en met be hulp van het eigen netwerk – kunnen functioneren. Het zelfoplossend vermogen moet, als dit mogelijk is, in korte tijd worden geactiveerd en de cliënt moet zelf ‘aan de slag’ en ‘meedoen’. Veel doelen van betrokken organisaties zijn hier gro tendeels op afgestemd. Tegelijkertijd zien we dat het begrip ‘zelfredzaamheid’ in een aantal gevallen zijn doel mist, bijvoorbeeld bij cliëntgroepen die in meerdere mate afhankelijk zijn van de zorg van anderen. Het is daarom belangrijk dat de aankomende sociaal professionals leren grip te krijgen op de achterliggende visie van het eigen handelen. Ze maken onderscheid tussen theorie en kennis, maat schappelijke trends en ontwikkelingen aan de ene kant, en aan de andere kant wordt gekeken naar de waarden, normen, opvattingen (de eigen gekleurde bril) en affiniteiten in het eigen referentiekader. Inhoud Het boek start met deel I ‘Oriëntatie op methodisch werken’: het sociaal domein (hoofdstuk 1), hulpverlening (hoofdstuk 2) en methodisch werken (hoofdstuk 3). In deel II ‘Kennis over methodisch werken’ gaat het boek in op theorieën die ten grondslag liggen aan de begeleiding van cliënten (hoofdstuk 4). Hoofdstuk 5 gaat

18

Inleiding

over het ontwikkelen van een visie en in hoofdstuk 6 wordt gesproken over het methodisch maatwerk; dit laat zien welke vormen van maatwerk binnen het soci aal domein het meest relevant zijn. Deel III ‘Toepassing van methodisch werken’ start met het algemene model voor methodisch werken (hoofdstuk 7). In de hoofdstukken erna zullen de ver schillende fasen en stappen worden uitgewerkt. Hoofdstuk 8 behandelt de start fase, hoofdstuk 9 de onderzoeksfase, hoofdstuk 10 de actiefase en planning en hoofdstuk 11 de afrondingsfase. Dit laatste hoofdstuk zal het reflecteren en het evalueren door de aankomend sociaal professional aanmoedigen door het eigen werk kritisch en blijvend te onderzoeken. In het boek wordt een overzicht gegeven van de kenmerken van het methodisch werken in het sociaal domein. Het gaat om doelgericht en planmatig werken via een bepaalde systematiek. Hierbij wordt rekening gehouden met de effectiviteit van de stapsgewijze aanpak. Methodisch werken heeft oog voor het proces en is vraaggericht. Het handelen door de sociaal professional is bewust en wordt be paald aan de hand van een strategiebepaling, waarin de sociaal professional sa men met de cliënt optrekt. De aankomend sociaal professional zal deze manier van werken na bestudering en beoefening internaliseren om daar vervolgens op te kunnen variëren en flexibiliseren. Naast de theorie en de kennisoverdracht wordt er vooral geïnstrueerd op de vragen: Waarbij voel je je als professional het meest thuis? Hoe komt dat? En wat kun je bijdragen? Maar ook: ben je in staat af te wijken van de regels als de si tuatie daarom vraagt? Dit boek behandelt ook omgangsvormen en zorgvuldige gespreksvoering in de hulpverlening. Het gaat in op je bewust worden van jou als persoon in de rol van sociaal professional en wat jij kunt bieden aan de ander. Communicatieve vaardigheden in het hulpverleningsgesprek, houdingsaspecten als aandachtigheid, de tijd nemen voor de cliënt, ruimte scheppen en samen op trekken, zijn hierbij van essentieel belang. In het boek wordt zo veel mogelijk geïntegreerd gewerkt. Dit betekent dat er geen aparte hoofdstukken zijn voor bijvoorbeeld gespreksvaardigheden of houdingsas pecten van de sociaal professional, maar dat de vaardigheden en houding per fase worden beschreven en steeds wordt uitgelegd hoe je deze vaardigheden kunt toepas sen. Op verschillende wijzen worden hier voorbeelden en oefeningen bij gegeven. Online studiemateriaal Op www.coutinho.nl/basisboekmethodischwerken vind je het online studie materiaal bij dit boek. Dit materiaal bestaat uit:

19

Basisboek methodisch werken in het sociaal domein

› extra (reflectie)oefeningen die inzicht geven in het methodisch handelen van de aankomende beroepsbeoefenaar; › extra informatie in de vorm van artikelen en links die bijdragen aan de verhel dering van het methodisch werken binnen het sociaal domein.

Docenten kunnen powerpoints per hoofdstuk aanvragen waarmee ze de hoofd stukken uit het boek in de lessen of op praktijkdagen kunnen presenteren.

NB Omwille van de leesbaarheid worden de termen ‘cliënt’ of ‘cliënten’ gebruikt om de rollen te definiëren. Cliënten, mensen en personen worden door elkaar gebruikt en zijn inwisselbaar.

20

Deel I Oriëntatie op methodisch werken

21

1.1 › Sociaal werk, psychosociale hulpverlening en maatschappelijke context

1 Het sociaal domein

Dit eerste hoofdstuk is een introductie op het werken in het sociaal domein. In dit hoofdstuk zal een beschrijving worden gegeven van het sociaal werk en de sociaal professional en wordt het begrip ‘psychosociale hulpverlening’ toegelicht. Tevens komt aan de orde: wat is de plaats van signalering in het sociaal werk en hoe kun je preventief werken? In het hoofdstuk wordt dus dieper ingegaan op waar jij als sociaal professional mee te maken hebt. Met welke groepen mensen werk je? Wat is je doel groep? Hoe werk je samen, bijvoorbeeld met het netwerk van de cliënt en/of met an dere professionals? We kijken naar betekenissen van maatschappelijke behoeften, zoals het terugdringen van armoede onder kwetsbare mensen of de woningnood onder jongeren, hun achtergronden en hoe dit van invloed is op jouw werk.

1.1

Sociaal werk, psychosociale hulpverlening en maatschappelijke context

1.1.1 Sociaal werk Vanaf 2015 is het begrip ‘sociaal werk’ in gebruik geraakt ter vervanging van ter men als ‘welzijn en maatschappelijke dienstverlening’ en ‘maatschappelijk werk’. De term ‘sociaal werk’ is ontleend aan de internationaal gebruikte term social work . Sociaal werk is niet één beroep, maar een verzameling van beroepen en functies die inhoudelijk verwant zijn met elkaar (Sociaal Werk Nederland, 2021). Sociaal professionals ondersteunen mensen in een achterstandspositie of mensen die problemen ervaren in het dagelijks functioneren, zowel individueel als collectief. Dit doen ze onder andere door te kijken naar iemands eigen mo gelijkheden, bijvoorbeeld door te vragen: ‘Hoe zou jij jouw ideale situatie voor je zien?’, ‘Wat is jouw kracht?’ en ‘Hoe zou je dit kunnen inzetten?’ Sociaal professi onals ondersteunen door mensen zich bewust te laten worden van hun talenten en hen te helpen zichzelf te ontwikkelen. Ook zullen sociaal professionals het contact met het (sociale) netwerk zo veel mogelijk stimuleren, om zodoende de kwaliteit van (sociale) netwerken te vergroten en mensen te motiveren hun leef situatie te verbeteren en/of veranderen (Sociaal Werk Nederland, 2021). Social casework Het sociaal werk kent een lange geschiedenis. Sociaal werk verwijst naar het so cial casework dat eind negentiende eeuw in de Verenigde Staten ontstaat. Twee

23

1 ‹ Het sociaal domein

grondleggers zijn Jane Addams en Mary Richmond. Jane Addams richt in Chi cago in 1889 het zogenoemde Hull House op. Het Hull House doet interventies op het gebied van cultuur, volwassenvorming, vrijetijdsbesteding voor kinderen en jongeren. De interventies richten zich op het verbeteren van armoede, socia le rechten en huisvesting. Met een buurtgerichte aanpak worden sociale acties opgezet rond thema’s als slavernij, schoolplicht, stemrecht en huisvesting. Mary Richmond schrijft hierover een stuk (‘Social diagnosis’, 1917) en zet later in 1922 de term social reform op de kaart als onderdeel van het social work. Ze omschrijft dit als: ‘het signaleren van sociale misstanden en het streven naar betere sociale wetgeving binnen een samenleving’ (Hermans, 2014). Sociaal werk in Nederland Hoewel de Nederlandse term ‘sociaal werk’ dus nog niet zo lang bekend is, zijn we er al sinds de middeleeuwen mee bezig. Een belangrijke stap was het Concilie van Tours in 567, uitgevaardigd onder Paus Johannes III, waarin werd voorgeschre ven dat elke lokale gemeenschap de eigen armen en behoeftigen moest voeden (Canon sociaal werk Nederland, 2019). Vanaf deze periode worden steeds meer particuliere initiatieven opgezet voor armenzorg en volksopvoeding om sociale ongelijkheid te verkleinen. Kerken houden zich bezig met liefdadigheidsactivitei ten als het uitdelen van voedsel. Vanaf 1122 zijn er gasthuizen en vanaf de dertien de eeuw opvangvoorzieningen voor zwervers en daklozen. Voor psychiatrische patiënten wordt in 1422 het eerste zogenoemde ‘dolhuis’ geopend. Deze voorzie ningen zijn in veel gevallen op initiatief van burgers die zich verenigen in broe derschappen, verenigingen en fondsen. Deze burgers worden geïnspireerd door de christelijke waarden van naastenliefde en barmhartigheid. Eind negentiende eeuw slaat de Nederlandse armenzorg een nieuwe richting in, die de nadruk legt op onderzoek, persoonlijke begeleiding en toeleiding naar arbeid. In Amsterdam wordt in 1899 een stichting opgericht die een tweejarige opleiding biedt voor so ciale arbeid. Met de opleiding heeft Nederland een primeur; het markeert het begin van de professionalisering in het sociaal werk. In de tweede helft van de twintigste eeuw komt er meer landelijke overheidssteun voor het sociaal werk. Sociale opleidingen worden geprofessionaliseerd en ook globaal verstevigt het maatschappelijk werk binnen onze samenleving (Van der Linde, 2013). 1.1.2 Decentralisatie In deze paragraaf wordt een sprong in de tijd gemaakt. In 2015 stuurt de overheid aan op een belangrijke verschuiving van taken en verantwoordelijkheden. Vanaf dat jaar besluit de overheid te decentraliseren. Was de financiering en uitvoering van de maatschappelijke hulp- en dienstverlening eerst grotendeels een landelij-

24

1.1 › Sociaal werk, psychosociale hulpverlening en maatschappelijke context

ke of provinciale (financiële) taak, nu wordt het de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Elke gemeente in Nederland heeft sinds 2015 de verplichting om de zorg aan langdurig zieken en ouderen, werk en inkomen en de jeugdzorg in goede banen te leiden. Deze veranderingen hebben grote invloed gehad op het werk van de hulp- en dienstverleners. Een voorbeeld van inhoudelijke invloed door de gemeente op het werk van hulp- en dienstverleners is de zogenoemde ‘beleidgestuurde contractfinancie ring’ met bijbehorende afspraken. Dit betekent dat er prestatieafspraken worden gemaakt met instellingen die zorg en hulp aanbieden. De prestatieafspraken gaan over de te behalen doelen en effecten. De zorg en hulp moeten aan bepaalde voor waarden voldoen en er geldt een marktwerking. Worden de afspraken, doelen en effecten niet behaald, dan zal het contract met de gemeente niet worden verlengd. Er vinden in 2015 drie transities (overgangen) plaats in het sociaal domein. De individuele begeleiding en persoonlijke verzorging in de Algemene Wet Bijzon dere Ziektekosten (AWBZ) wordt overgeheveld naar de Wet maatschappelijke on dersteuning (Wmo). De AWBZ komt te vervallen en een ander deel wordt overge nomen door de Wet langdurige zorg (Wlz). De Wet langdurige zorg regelt zware, intensieve zorg voor kwetsbare ouderen, mensen met een beperking en mensen met een psychische aandoening (Rijksoverheid, 2021a). Bovendien gaat de Wet werk en bijstand (WWB) op in de Participatiewet en de Wet op de jeugdzorg wordt vervangen door de Jeugdwet. Ook de jeugdbescherming en jeugdreclassering ma ken deel uit van deze nieuwe Jeugdwet (Nederlands Jeugdinstituut, 2021). Aan de transitieprocessen liggen dezelfde uitgangspunten ten grondslag. De transities zijn gericht op het ombuigen van de manier waarop de overheid burgers met een ondersteuningsvraag benadert. Hiervoor zijn drie nieuwe uitgangspun ten geformuleerd: › Van vangnet naar springplank: nadruk op eigen kracht en verantwoordelijk heid van burgers. Focus op participeren in de samenleving en gebruikmaken van sociale netwerken. › Dicht bij huis: ondersteuning en participatie dichter bij de burger. Het organi seren van de hulp en zorg vindt zo veel mogelijk op lokaal niveau plaats. › Voorkomen in plaats van genezen: investeren in preventie wordt lonend door het in één hand leggen van de regie en financiering (Berenschot Groep, 2015). Voor de ziekenzorg geldt dat de centrale overheid bepaalt wat er in het basispak ket van de zorgverzekeraar zit (Rijksoverheid, 2021a). Dit is onder andere de wijk verpleging, persoonlijke verzorging, een ggz-behandeling of revalidatie bij een ongeval of een lichamelijke of geestelijke beperking. Ongeveer vijf procent van de

1

25

1 ‹ Het sociaal domein

mensen krijgt verzorging vanwege cognitieve problemen. De verzorging van deze groep is overgeheveld naar gemeenten (Movisie, 2013).

Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) De gemeente is via de Wmo verantwoordelijk voor de ondersteuning en begelei ding van haar inwoners. Zo valt ook het beschermd wonen onder de verantwoor delijkheid van gemeenten (Movisie, 2013). Iedere gemeente organiseert de toe gang tot ondersteuning op haar eigen manier. Sommige gemeenten kiezen voor een Wmo-loket. Veel gemeenten stellen sociale wijkteams samen waar mensen terecht kunnen met hun hulpvraag. Wat het wijkteam precies doet, verschilt per gemeente (Rijksoverheid, 2021b). Participatiewet De Participatiewet richt zich op de doelgroep van de vroegere Wet sociale werkvoor ziening (WSW), de Wajong en de Wet werk en bijstand. Een groot deel van de laatste twee wetten is opgegaan in de nieuwe Participatiewet. De Participatiewet moet er voor zorgen dat meer mensen werk vinden, ook mensen met een arbeidsbeperking. Mensen die geen werk hebben en ook geen recht hebben op een andere vorm van financiële ondersteuning om in het levensonderhoud te voorzien, kunnen een beroep doen op een bijstandsuitkering. Bij het aanvragen van een bijstands uitkering gelden strenge voorwaarden. Je moet minimaal 18 jaar zijn en bij de aan vraag geldt in de regel een wachttijd van vier tot zes weken. In deze periode moet iemand proberen eerst zelf werk te vinden. Lukt dit niet en kan diegene dat ook bewijzen, dan wordt de aanvraag pas aangenomen. Vervolgens wordt er gekeken of er andere regelingen zijn, of er een bepaald (gezamenlijk) vermogen is, of ie mand in een huurwoning woont of een eigen woning heeft (de overwaarde van de woning wordt meegeteld bij het eigen vermogen), en of iemand alleenstaand is, een alleenstaande ouder is of met een partner samenwoont. Wanneer de partner een zelfstandig inkomen heeft, heeft iemand in veel gevallen geen recht op bij stand vanuit de Participatiewet (Rijksoverheid, 2021c). Jeugdwet Gemeenten zijn vanaf 2015 verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van bij na alle vormen van jeugdhulp. Denk aan hulp aan huis bij problemen in het gezin, maar ook bij psychische en gedragsproblemen van kinderen en jongeren (Rijks overheid, 2021d). In de Jeugdwet staat dat de gemeente verantwoordelijk is voor de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Het is de bedoeling dat gemeenten gezinnen die dat nodig hebben via lokale teams on dersteunen met passende zorg, bijvoorbeeld door ambulante jeugdzorgmedewer kers die in wijkteams samenwerken met huisartsen, scholen, jeugdgezondheids-

26

1.1 › Sociaal werk, psychosociale hulpverlening en maatschappelijke context

zorg en jeugdbescherming. De jeugdzorgwerkers dienen hiervoor een registratie te hebben bij de beroepsvereniging, oftewel een SKJ-registratie. Een van de belangrijkste doelen in de Jeugdwet is meer kinderen thuis te laten opgroeien en alleen in een instelling op te vangen als dat echt nodig is. Het zo veel mogelijk thuis opvangen betekent dat instellingen op een andere manier te werk moeten gaan, omdat opvang en hulp thuis meer invloed heeft op andere gezins leden en sociaal professionals hier rekening mee moeten houden in hun aanpak (Rijksoverheid, 2021d). Hierna zie je dat in de Jeugdwet de verantwoordelijkheid van de gemeenten is uitgebreid met veel verschillende taken. Deze taken houden onder andere in: › het ondersteunen van gezinnen met passende jeugdzorg; › het organiseren van de provinciale (geïndiceerde) jeugdzorg; › het bieden van de gesloten jeugdzorg, geestelijke gezondheidzorg voor kinde ren en jongeren (jeugd-ggz); › zorgdragen voor jeugd met een lichte verstandelijke beperking; › ggz-voorzieningen op orde hebben in het kader van het jeugdstrafrecht (foren sische zorg), jeugdbescherming en jeugdreclassering (Rijksoverheid, 2021d). De kernfunctie in het sociaal domein is het bevorderen van sociale samenhang, inclusiviteit en participatie van burgers – samengevat als ‘sociale kwaliteit.’ Be grippen als ‘sociale samenhang’, ‘inclusiviteit’ en ‘participatie’ kunnen worden beschouwd als graadmeters van sociaal functioneren van de persoon. Sociaal werk bevordert dus het sociaal functioneren en de sociale kwaliteit van de inwoners van de gemeente. De kernvraag die de sociaal professional zich moet stellen is: draagt mijn interventie bij aan het verbeteren van ontwikkelingskansen van mensen en het ondersteunen van mensen bij het omgaan met hun levensvra gen (Loo Social Work et al., 2017)? In het Landelijk opleidingsdocument sociaal werk (Loo Social Work et al., 2017) wordt een indeling in drie kerntaken gehanteerd. Deze indeling sluit aan bij de praktijk van het professioneel handelen. De drie kerntaken van de sociaal professional zijn: › bevorderen van het sociaal functioneren van mensen en hun sociale context; › versterken van de organisatorische verbanden waarbinnen sociaal werk plaats vindt; › bevorderen van de eigen professionaliteit en de ontwikkeling van het beroep. 1.1.3 Sociaal werk: kernfunctie en taken Kernfunctie

1

27

1 ‹ Het sociaal domein

Het bevorderen van het sociaal functioneren van mensen en hun sociale context betekent dat de sociaal professionals zich richten zich op de wisselwerking van mensen en hun sociale context en wisselen tussen de verschillende perspectieven in die context. De sociaal professionals opereren terughoudender dan voorheen: ze richten zich meer op het bevorderen van het vermogen en de mogelijkheden tot de relationele autonomie van mensen in combinatie met het versterken van sociale contexten, bijvoorbeeld mantelzorg. Het versterken van organisatorische verbanden waarin sociaal werk plaatsvindt, houdt in dat organisatorische ver banden waarin de sociaal professionals opereren zijn veranderd. Dat komt omdat de sociaal professionals steeds vaker in al dan niet interdisciplinaire wijkteams werken, met de gemeente als opdrachtgever. Ook komt het vaker voor dat de so ciaal professionals zelfstandig opereren als sociaal ondernemer. Tot slot de derde kerntaak: het bevorderen van de eigen professionaliteit en ontwikkeling van het beroep. De sociaal professional: › leert voortdurend en ontwikkelt de eigen professionaliteit; › zet resultaten van onderzoek in om kwesties te signaleren en op de agenda van opdrachtgevers te krijgen. Zo draagt de professional bij aan sociale innovatie, beroepsontwikkeling en het zichtbaar maken en benoemen van het eigene van sociaal werk voor opdrachtgevers en andere stakeholders; › reflecteert kritisch op het eigen handelen en is gericht op een duurzame wer king van interventies; › maakt ethische afwegingen en brengt deze over het voetlicht (met gebruikma king van de discretionaire ruimte) (Loo Social Work et al., 2017). Taken Volgens Nederlandse en Belgische sociaalwerkprofielen is signalering een van de belangrijkste taken binnen het sociaal werk (Hermans, 2014). In paragraaf 1.2 wordt hier dieper op ingegaan, maar hier zie je alvast enkele voorbeelden ter il lustratie. Zoals de recent beschreven interventie Signaleren Niet Pluis gevoel bij ouderen, waarbij het hoofddoel is dat door vroegsignalering tijdig actie wordt on dernomen bij ouderen met psychosociale problematiek. Zo kunnen ouderen op een veilige en voor hen prettige manier zelfstandig blijven wonen in hun eigen omgeving (Van der Zouwe, 2020). Een ander voorbeeld is de interventie Thuis Op Straat (TOS). Thuis Op Straat wil een duidelijk, gemoedelijk, fatsoenlijk (gedragsregels, normen) en sociaal en emotioneel veilig speelklimaat op pleinen en straten scheppen. TOS wil dat meer kinderen (vooral meisjes) buiten op straat spelen en actief kunnen meedoen. Tijdens TOS-activiteiten wordt ingezet op positief gedrag van de deelnemers en andere pleingebruikers. De activiteiten beogen bij te dragen aan de sociaal-emo tionele, motorische en cognitieve ontwikkeling van de kinderen, tieners en jonge-

28

1.1 › Sociaal werk, psychosociale hulpverlening en maatschappelijke context

ren. TOS wil ook overlast, vandalisme en intimidatie in de buurt verminderen en ervoor zorgen dat kinderen minder angst hebben om buiten te spelen. TOS zoekt contact met ouders en buurtbewoners en betrekt hen bij activiteiten. Voor een effectieve signalering- en verwijsfunctie zoekt TOS samenwerking met wijkpart ners, waaronder basisonderwijs, sociaal-cultureel werk en jongerenwerk (Hartog & Van Wonderen, 2017). Andere taken binnen het sociaal werk zijn onder andere: psychosociale hulp verlening, begeleiding bieden, advies geven, preventief werken (waaronder be moeizorg), sociale activering en belangenbehartiging. Een goed voorbeeld is de Luisterlijn. De Luisterlijn is er voor mensen die in hun eigen omgeving niet met hun verhaal terecht kunnen, willen of durven. Doordat de Luisterlijn 24 uur per dag bereikbaar is en anonimiteit biedt, is de Luisterlijn bereikbaar voor iedereen die behoefte heeft aan een luisterend oor. De Luisterlijn is er voor een brede doel groep en biedt ondersteuning aan mensen die zich met moeite staande houden in de samenleving, vaak als gevolg van sociaal isolement door een chronische (psy chiatrische) ziekte of mantelzorg. De Luisterlijn is er bijvoorbeeld ook voor men sen die door levensgebeurtenissen of omstandigheden tijdelijk of zelfs eenmalig behoefte hebben aan contact (Movisie, 2019a). Oefening: Wat vind jij van de transities? Sinds 2015 zijn er belangrijke veranderingen (transities) doorgevoerd. Hoe kijk jij naar deze veranderingen? Vorm een groepje met vier medestudenten. Beantwoord eerst indivi dueel de volgende stellingen met ja of nee. Ga daarna in de groep in gesprek over de antwoorden. Wat is jullie rode draad in de discussie?

1

Stellingen

Ja Nee

De gemeenten hebben beter zicht op de burger dan de rijksoverheid en daarom moet het sociaal werk vanuit de gemeente worden aangestuurd Verandering van de wet- en regelgeving was hard nodig vanwege de kosten Zelfredzaamheid en autonomie bevorderen is niets nieuws voor het sociaal werk Met de geluiden over wachtlijsten in de zorg en geldtekor ten bij gemeenten moet je concluderen dat de transitie van de jeugdzorg heeft gefaald

29

1 ‹ Het sociaal domein

Stellingen

Ja Nee

Door de Wmo is er meer erkenning voor mantelzorgers gekomen Alle inwoners van een gemeente hebben recht op een basisinkomen Verplichtingen vanuit de Participatiewet moeten worden afgeschaft De overheid moet socialer zijn De overheid moet basisbehoeften zoals wonen niet aan de marktwerking overlaten Onze prestatiemaatschappij moet weer een zorgmaatschap pij worden waar bijvoorbeeld zorg en onderwijs gratis is Het is goed dat gemeenten nu zelf de kwaliteit van de zorg en hulpverlening kunnen bepalen De overheid is niet te vertrouwen; kijk naar de toeslagenaf faire (2020-2021)

Burgerschap Kenniscentrum Movisie heeft in samenwerking met meerdere partijen Het vliegwiel van de doe-democratie (2014a) ontwikkeld. Dit model is bedacht om actief burgerschap te stimuleren. Doe-democratie wordt omschreven als een vorm waarin burgers meebeslissen door zelf maatschappelijke vraagstukken op te pakken. Het model geeft gehoor aan oproepen van burgers om mee te doen, verantwoordelijkheid te nemen en eigen kracht te tonen. Bijvoorbeeld: inwoners van een wijk organiseren zich collectief in samenwerkingsverbanden en benutten de bestaande mogelijkheden in de sociaaleconomische en politieke (lokale) infrastructuur. 1.1.4 De sociaal professional Iemand die het beroep van sociaal professional gaat uitvoeren, ondersteunt men sen bij het oplossen van problemen in hun dagelijks leven zodat zij weer deel uit kunnen maken van de maatschappij. Dat is de meest globale omschrijving van het beroep van sociaal werker. Soms wordt er ook gesproken van agogisch handelen; daarmee wordt bedoeld dat de sociaal professional begeleiding biedt bij verande ringsprocessen. Een specifiekere beschrijving is dat sociaal professionals advies geven over specifieke regelingen en procedures, ze begeleiden kwetsbare groepen bij dagbe-

30

1.1 › Sociaal werk, psychosociale hulpverlening en maatschappelijke context

steding, opvang, vrijetijdsbesteding of educatieve activiteiten. Bij de hulp worden familieleden en bekenden zo veel mogelijk betrokken. De sociaal professional ondersteunt mensen die bijvoorbeeld in hun werk of binnen het gezin stagneren in het functioneren, ruzie met hun partner hebben of opvoedingsproblemen ervaren. De sociaal professional helpt mensen met ern stige schulden of iemand die kampt met de sociale gevolgen van een ziekte. De sociaal professional kan ook te maken krijgen met problematiek die ontstaan is bij mensen met moeilijk verstaanbaar gedrag (psychische problemen) of een (licht) verstandelijke beperking. Sociaal professionals werken met allerlei doelgroepen: bijvoorbeeld met gedetineerden of ze begeleiden jongeren (en het gezin) die in aanraking zijn gekomen met justitie. Binnen het sociaal werk wordt gesproken over psychosociaal functioneren. Dit betekent: de wijze waarop mensen functioneren in relatie tot hun (directe) omge ving. Mensen kunnen in bepaalde situaties flink vastlopen, de greep op zichzelf of op hun situatie verliezen, op relaties, op de opvoeding van hun kinderen, en op hun werk. De oorzaken kunnen bij henzelf liggen, binnen hun directe om geving of in een bredere maatschappelijke context. Het sociaal werk houdt zich dan ook bezig met drie belangrijke componenten: de individuele component, de omgevingscomponent en de maatschappelijke component. Sociaal professionals richten zich op de belemmeringen die mensen in een leefsituatie ervaren en gaan samen met hen aan de slag om deze belemmeringen en obstakels op te heffen, te verminderen of hanteerbaar te maken (Snellen, 2014). Sociaal professionals zijn werkzaam in tal van organisaties, zoals in ziekenhuizen, psychiatrische klinieken, crisiscentra, opvanghuizen voor jongeren, kamertrai ningscentra, (semi-)overheidsinstellingen en particuliere instellingen. We zien hierin de volgende werksoorten: › wijkgericht werken: participatie, buurtwerk en straathoekwerk; › kinder- en jongerenwerk; › schuldhulpverlening; › maatschappelijk werk: bedrijfsmaatschappelijk werk, medisch maatschappe lijk werk en schoolmaatschappelijk werk; › maatschappelijke opvang en vrouwenopvang; › verslavingszorg; › reclassering en gevangeniswezen; › sociaalraadsliedenwerk; › jeugdzorgwerk en opvoedingsondersteuning; › ouderenwerk; › casemanagement;

1

31

Made with FlippingBook. PDF to flipbook with ease