Interculturele samenwerking in organisaties - Herman Blom

1.3 | Nederland immigratieland

leiden dat de getelde groep nog kleiner wordt. De WRR breekt er in zijn rapport uit 2020 een lans voor om de definitie van de tweede generatie, en daarmee de totale groep personen met een migratieachtergrond, te versmallen (WRR, 2020). Zijn voorstel is ompersonen vanwie één ouder eenNederlandse achtergrond heeft ook te rekenen tot de personen met een Nederlandse achtergrond. De tweede­ generatiegroep zou daarmee in de statistiek kleiner uitpakken. De redenering: de integratie in de Nederlandse samenleving zal amper verschillen tussen mensen met een of twee Nederlandse ouders. Vanuit dezelfde logica heeft de WRR voor­ gesteld ompersonen die vóór de leeftijd van zes jaar naar Nederland zijn gekomen, te rekenen tot de tweede generatie. Zelfreflectie • Wat vind jij van de voorstellen van de WRR om de definitie van de tweede groep te versmallen? • Wat is het effect wanneer de derde en vierde generatie niet meer met het land van herkomst wordt verbonden in de registratie? Die ‘etnische feiten’ worden immers niet meer geregistreerd. • Wat zijn de voor- en de nadelen van deze manier van registreren? De groei van de Nederlandse bevolking wordt vooral veroorzaakt door immigratie. Tussen 1 januari 2015 en 1 januari 2020 namhet aantal inwoners vanNederland toe met 507 duizend (De Mooij et al., 2020, p. 28). Van deze groei was 80 procent het gevolg van internationale migratie: het aantal immigranten lag in de afgelopen vijf jaar met 1,2miljoen beduidend hoger dan het aantal emigranten (770 duizend). De overige bevolkingsgroei kwam voort uit natuurlijke aanwas: geboorten minus sterfte. De omvang van de bevolking hangt samen met twee factoren: het geboortesaldo en het migratiesaldo. Het aantal geboorten neemt al geruime tijd af. Het aantal sterfgevallen is iets minder dan het aantal geboorten. Het geboortesaldo , oftewel de natuurlijke aanwas van de bevolking – geboorte minus sterfte – is daarom gering, maar wel positief. Het migratiesaldo is het verschil tussen het aantal im- migranten en het aantal emigranten. Dit saldo is dus positief als de immigratie de emigratie overtreft. Sinds de jaren zestig is het migratiesaldo vrijwel altijd positief geweest. Enerzijds zien we een behoorlijke emigratie, anderzijds wordt die toch in de regel overtroffen door immigratie. Hoewel het geboortesaldo steeds geringer werd, steeg de omvang van de bevolking, wat vooral met het positieve migratie- saldo van doen had. Immigratie is de structurele motor achter de huidige bevol- kingsgroei. Dit wordt duidelijk als we het geboorteoverschot van de inwoners van Nederland met een migratieachtergrond vergelijken met dat van de inwoners met

1.3 Nederland immigratieland

19

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online