Samen opvoeden - Joris van Veen

1.4 • De opvoed- en opgroeiomgeving stimuleren en het opvoedproces begeleiden

• spraak- en taalproblemen , bijvoorbeeld stotteren; • motorische problemen , waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen pro blemen in de grove motoriek (lopen, springen, werpen) en in de fijne moto riek (bijvoorbeeld bij schrijven, tekenen en handvaardigheid); • psychiatrische problemen : psychiatrische ziektebeelden die psychisch lijden tot gevolg hebben. Vaak is de oorzaak niet of slechts gedeeltelijk bekend. Tot de psychiatrische ziektebeelden horen bijvoorbeeld autisme, schizo frenie en tics. Volgens Prinsen et al. kan er ook sprake zijn van zorgwekkende opvoedsitua ties of opvoedingsproblematiek , waarbij jeugdigen niet de garantie hebben dat hun opvoeding goed genoeg verloopt. Van een zorgwekkende opvoedsituatie is bijvoorbeeld sprake als een of beide ouders opvoedvaardigheden missen of niet competent zijn als opvoeder, waardoor ze meer problemen kunnen erva ren bij het opvoeden. Of als een of beide ouders de opvoedtaken niet kunnen uitoefenen als gevolg van langdurige ziekte of ernstige psychische problemen. Daarbij kan sprake zijn van verwaarlozing en fysieke of psychische mishan deling. Jeugdigen kunnen ook opgroeien in een gewelddadige omgeving en getuige zijn van geweld tussen hun ouders. In een classificatiesysteem van de aard van de problematiek van cliënten in de jeugdzorg (Cap-J) (Nederlands Jeugdinstituut, 2009) wordt een soortgelijke indeling gemaakt, maar wordt er dieper ingegaan op de soorten gezins- en opvoedingsproblemen in de omgeving van het kind. Zo wordt in dit systeem onderscheid gemaakt tussen bijvoorbeeld ontoereikende kwaliteiten van de opvoeding, problemen in de ouder-kindrelatie, verwaarlozing, mishandeling in het gezin, problemen van de ouder of in het sociale netwerk van het gezin. Om te kunnen begrijpen waarom opvoedingsproblematiek kan ontstaan, is het van belang dat de professional diepgaande kennis heeft van wat ouder schap inhoudt en besef heeft van de kwetsbaarheid die de ouder kan ervaren. Het vergt ook inzicht in de mechanismen die spelen wanneer de ouder zich bijvoorbeeld onmachtig voelt en/of het gevoel heeft dat hij faalt als ouder. Want wie opvoedt en zelf al in de rol heeft gezeten van (mede)opvoeder, weet hoe complex het opvoeden kan zijn. Er zijn geen kant-en-klare recepten waar de opvoeder over kan beschikken om het kind te ‘vormen’. Opvoeden is een ontwikkelingsgang die de betrokkenen samen door de tijd maken; bovendien kent opvoeden zijn eigen snelheid. Het is een onderling samenspel van de 1.4.3 Ouderschap en opvoederschap

33

Made with FlippingBook. PDF to flipbook with ease