KlasNL naar A2 boek 2 - Valk, Olijhoek, Baalman en Jansen

KlasNL • Nederlands leren naar A2

a En jij? Praat samen.

34

1 Het kader heet Mopperkont! . Hoe zeg je ‘mopperkont’ in je moedertaal? Zeg het hardop. 2 Hoor jij mensen weleens mopperen? Wat zeggen ze? 3 Hoor je weleens de woorden zeuren, mekkeren, piepen, klagen, zaniken? Wie zegt deze woorden? 4 Mopper jij weleens? Waarover mopper jij? Mopper je dan in het Nederlands of in een andere taal? Wat zeg je dan?

b Werk samen en mopper!

1 Waarover wil je in het Nederlands kunnen mopperen? Wat zeg je dan? Schrijf het op.

2 Cursist A: zeg je zin hardop. Cursist B: luister. Klinkt de zin echt mopperig?

Zinnen – Er is … / Er zijn …

Er is een klein woordje. We gebruiken er is en er zijn met een zelfstandig naamwoord. Voor het zelfstandig naamwoord staat een , geen of niks.

Er is / zijn

een / geen / -

rest

Er is Er is Er is

een

baby geboren. parkeerplaats.

geen

brood.

Er zijn Er zijn Er zijn Er zijn

twee liften.

verschillende abonnementen.

geen geen

spullen.

lessen op dinsdag en donderdag.

Na Er is … komt een zelfstandig naamwoord in enkelvoud. Na Er zijn … komt een zelfstandig naamwoord in meervoud.

42

Made with FlippingBook Learn more on our blog