Praktijkgericht onderzoek in bedrijf - Jan Leen

1.8 • Onderzoekscompetenties

voorgaande fase en de informatie die daarover bekend is, verkregen door onder zoek of vooronderzoek. Bij de afronding van een fase kijk je altijd vooruit naar de volgende fase en doe je al een voorstel of aanbevelingen. Op deze wijze werk je op twee manieren methodisch en kun je de eisen van relevantie en deugdelijkheid met elkaar verbinden door: Ɋ te werken aan een vraagstuk dat zich in een bepaalde fase bevindt en waar voor kennis en inzichten nodig zijn om het op te lossen (relevantie); Ɋ gebruik te maken van de juiste onderzoeksmethoden en -technieken, waar door de onderzoeksresultaten betrouwbaar en valide zijn (deugdelijkheid). Als je in een bepaalde fase onderzoek gaat doen, dan moet je die keuze kunnen verant woorden. Dat betekent dat er dus (onderzoeks)resultaten beschikbaar moeten zijn van de vorige fase (zie de pijlen ‘op basis van’ in figuur 1.7). Zijn die resultaten er niet, dan zul je een fase terug moeten gaan, net zo lang tot die resultaten er wel zijn. Dat kan dus be tekenen dat je in eerste instantie de opdracht kreeg om een verandergericht onderzoek te doen, maar dat je na de intake of de probleemanalyse start met een diagnostisch on derzoek. (Denk aan de vraag achter de vraag!) In hoofdstuk 3 over de probleemanalyse komen we hierop terug. Jouw uiteindelijke opdracht kan gericht zijn op een enkele fase of op meerdere fasen. Een veelvoorkomende opdracht bestaat uit diagnose en ontwerp: het achterhalen van de oorzaken van een probleem of het vaststellen van de gap en het bedenken van oplossingsmogelijkheden. Andere combinaties zijn ook heel goed mogelijk, bijvoorbeeld ontwerp en verandering. Belangrijk is dat de omvang van jouw onderzoek niet te groot wordt. Niet alleen omdat het dan niet binnen de gewenste tijd te realiseren is, maar ook omdat de deugdelijkheid van het onderzoek onder druk komt te staan en jouw onderzoek te oppervlakkig kan worden. De fasen kun je dus goed ge bruiken om jouw onderzoek af te bakenen. De meeste opleidingen hebben voor hun studenten een competentieprofiel op gesteld. Zo geven ze aan wat het beroepenveld van een afgestudeerde, startende professional kan verwachten in termen van kennis, vaardigheden en houding. Je bent competent wanneer je in staat bent om adequaat te handelen in de beroeps praktijk. Dat onderzoek doen onlosmakelijk verbonden is met die beroepsprak tijk, hebben we al duidelijk gemaakt. Dit betekent dan ook dat je competenties moet ontwikkelen op het gebied van onderzoek. In de inleiding hebben we onder zoekend vermogen al genoemd als competentie van een hbo-professional. We noemen drie aspecten die van belang zijn: Ɋ informatie – in staat zijn tot het effectief en efficiënt vinden, beoordelen en gebruiken van data en informatie; Onderzoekscompetenties

1.8

35

Made with FlippingBook - Online Brochure Maker