Natuuronderwijs inzichtelijk - Carla Kersbergen & Amito Haarhuis

1 Planten

Met dit experiment ga je onderzoeken van welke plan tengroep de meeste soorten voorkomen in de omge ving van je school. Je kunt deze opdracht het best uitvoeren aan het einde van de lente of het begin van de zomer, want dan is de diversiteit aan plantensoorten het grootst. ■ Benodigdheden: pen en papier (met onderlegger), vier stokjes en een stuk touw van ruim vier meter (of een hoepel), (stoep)krijt, de naamzoeklijst Bermplanten (achter in dit boek) en eventueel een plantengids. doe-opdracht: P lantensoorten in de schoolomgeving ■ In de omgeving van je school kies je een aantal ver schillende gebieden uit waar planten groeien, bijvoor beeld het schoolplein (met plantjes tussen en op de stoeptegels), een stuk grasveld, een gebied met bo men, struiken en (vochtige) muurtjes. ■ Geef voor elk gebied een korte omschrijving van de specifieke groeiomstandigheden. Is het er bijvoorbeeld schaduwrijk of zonnig, open of beschut, droog of nat? ■ Bekijk per gebied steeds een representatief stuk van 1 m² en zet het gebied af met vier stokjes en een stuk touw. Je kunt ook met een hoepel een bepaald gebied markeren. Op de stoep of op het schoolplein kun je krijt gebruiken.

Afbeelding 1.1.6d Plantensoorten in de schoolomgeving

Ga na hoeveel verschillende soorten planten je binnen deze vierkante meter ziet. Bepaal vervolgens met behulp van de theorie uit deze paragraaf tot welke hoofd- en eventuele subgroep de plantensoorten behoren (zie afbeelding 1.1.1). ■ Als je wilt, kun je de planten verder op naam brengen. Hiervoor kun je een plantengids, de app Pl@ntNet of de site soortenbank.nl gebruiken. ■ Teken een tabel zoals in het voorbeeld hierna en vul deze in.

Locatie

Omschrijving van het gebied

Plantengroepen in dit gebied (hoofd- en eventuele subgroep) ■ mossen ■ paardenstaarten

Aantal soorten per plantengroep

■ grasveld aan noord- kant van het fietsenhok

■ vochtig, schaduwrijk, beschut

■ 1 soort ■ 1 soort ■ 2 soorten gras

■ zaadplanten, bloemplanten

■ Conclusie : Van welke plantengroep komen de meeste soorten voor? Welke verschil len zie je tussen de gebieden die je hebt onderzocht? Probeer eventuele verschillen te verklaren.

36

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online