Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding - Jacob de Wilde, Mariëlle Theunissen en Jos van der Wal

1.4 • Beeldvorming over adolescenten

1.4.1 Beeldvorming in de literatuur

De bekende Duitse schrijver Wolfgang von Goethe publiceerde in 1774 Het lijden van de jonge Werther . Vaak wordt gezegd dat daarmee de puber zijn intrede deed in de wereldliteratuur. Het boek past in de destijds opkomende stroming van de romantiek: Werther pleegt zelfmoord vanwege een onbereikbare liefde – de ultieme romantische daad. Het boek bracht nogal wat beroering omdat Werther een slecht voorbeeld zou zijn voor jongeren. En deze zorg was niet geheel ten onrechte, want Werthers daad vond inderdaad navolging onder jongeren van de gegoede klasse. In de verantwoording van zijn bloemlezing De perfecte puber schrijft Müller: Sinds Werther hebben vele pubers veel geleden, maar ook zijn voor hen vele werelden opengegaan – werelden waar hun vermetel ver langen hen onvermijdelijk toe dreef. En denk niet dat er niet ook heel wat afgelachen is. In mijn keuze heb ik geprobeerd aan alle kanten van de puber recht te doen: de binnenkant (gekweld of juist van God los), de buitenkant (met puistjes of, toppunt van onrechtvaardigheid, onge looflijk lange benen), de bovenkant (hoe kom je, in vredesnaam, op de gedachten die je het meest nodig hebt?) en de onderkant (seks, Seks, SEKS). (Müller, 2000) Hij is zestien en terugkijkend is het gemakkelijk om in hem een puber te herkennen, misschien wel de typische puber: hij is een jongen die vlucht en zoekt tegelijk. Daarin schuilt ook de verwarring: hij rent hard weg voor wat hij het liefst zou willen leren kennen. Soms letterlijk. Een voorbeeld: op een middag, tijdens een van zijn boekentochten in de stad, is hij over een tafel met afgeprijsde titels aangesproken door een jongeman, die hem vroeg of hij wist hoe laat het was. De man keek hem vriendelijk aan, maar in zijn ogen heeft hij gezien dat het geen onschul dige vraag was, dat zich achter die paar achteloos uitgesproken woor den duizend betekenissen schuilhielden. Zonder iets te zeggen is hij de boekwinkel uitgerend. Later, warm en hijgend in een steegje, heeft hij zichzelf bij zijn nekvel gegrepen en hardop moed ingesproken en is hij teruggegaan. Puberjaren, dat zijn de jaren tussen niet-weten en weten in, de jaren van de vermoedens en de verlangens en de openbaringen, van onschuld en schuld tegelijk. Het zijn vooral de jaren van de grote verwachtingen: alles is mogelijk, alles kan gebeuren, elk blad is onbeschreven. In hetzelfde boek blikt de schrijver Bas Heijne in het onderdeel ‘Grote verwachtingen’ terug op zichzelf als 16-jarige. We geven hier twee fragmenten weer.

29

Made with FlippingBook PDF to HTML5