Verbruggen & Taks_Taaltalent 1

hoofdstuk 1  De cursus

C Praat met twee medecursisten.

Voorbeeld: Wat is jouw voornaam? Hoe spel je dat?

Voornaam: Achternaam: Straat: Voornaam: Achternaam: Straat:

Voorstellen (2) vraag

antwoord

Waar kom je vandaan? Uit welk land kom je?

Ik kom uit …

Waar woon je?

Ik woon in … Mijn woonplaats is …

voorstellen Dit is … Zijn/Haar achternaam is …

Hij/Zij komt uit … Hij/Zij woont in …

28

Made with FlippingBook Publishing Software