Verbruggen & Taks_Taaltalent 1

uitvoeren

Opdracht 7 Luister naar de dialogen. Kies het goede antwoord.

1 Mei zegt:

— a Dit is Valentina. — b Dit is mijn vriendin Valentina. — c Hier is Valentina, mijn vriendin.

2 Carlos vraagt:

— a Waar woon je? — b Waar kom je vandaan? — c Wat is jouw achternaam?

3 Henk zegt:

— a Tot ziens, Marieke. — b Hoi, Marieke. — c Goedemiddag, Marieke.

4 Marieke zegt: — a Dit is mevrouw Voronova. — b Haar naam is Voronova. — c Zij heet mevrouw Voronova.

Opdracht 8 Luister naar de dialogen en lees mee. Kies het goede woord.

1 Carlos:

Hallo, Mei. Dit is mijn / zijn / haar ( 1 ) vriendin Valentina.

Mei:

Hoi

Carlos: Dag, Valentina. Ben je / zij / u ( 2 ) nieuw op school? Valentina: Ja, dat klopt. Hij / Zij / Ik ( 3 ) ben sinds een week in Nederland. Carlos: Waar kom je vandaan? Mei: Valentina komt uit Italië. Ze woont in Leiden. Carlos: Welkom bij de cursus. Valentina: Dank je wel.

25

Made with FlippingBook Publishing Software