Lessen in orde in het mbo - Peter Teitler & Ruben Teitler

Deel 1  Het gedrag in de klas

betrouwbaar en zorgend ervaren (‘Iemand met wie je goed kunt praten en die naar je luistert’). Desondanks zullen veel (startende) docenten verzuchten: ‘Ik heb een leuke baan, maar ik sta de hele dag politieagentje te spelen.’: ‘Ga eens recht zitten’, ‘Doe je koptele foon af ’, ‘Nu stil zijn’, ‘Ik wil dat je luistert’, ‘Niet door mijn uitleg heen praten’, ‘Kauw gom in de prullenmand’, ‘Eerst je vinger opsteken’, ‘Wat heb ik nou net gezegd?’, ‘Op je plaats blijven zitten’, ‘Niet overal op reageren’, ‘Capuchon af ’, ‘Jas uit’, ‘Mobieltje uit’, enzovoort. Ons advies: wen daar maar aan, want politieagentje spelen maakt integraal deel uit van je beroep als docent. Studenten zoeken zeker in het begin continu gren zen op en gaan daar (soms) overheen. Het is dan de taak van de docent om te waar schuwen, te belonen en te straffen. Daarbij is van belang wat voor soort agent je bent. Daarin bestaan namelijk verschillen, waarbij ‘autoritair’ en ‘autoritatief ’ de sleutel woorden zijn. 1.2.2 Orde als basis voor een goed pedagogisch klimaat ‘Volgens een rapport van de OESO is de Nederlandse schooljeugd slecht gedis ciplineerd. Is het werkelijk gewoon dat een deel van de Nederlandse leerlingen er niet aan kan wennen dat luisteren naar een leerkracht zijn voordelen heeft? Is het logisch dat de leerlingen die wél aandachtig willen leren er genoegen mee moe ten nemen dat zij door rumoer gehinderd worden?’ ( NRC Handelsblad , 2016). Een docent met verworven gezag stelt grenzen, corrigeert en straft indien nodig. Orde is dan geen doel op zich, maar regelt een goede manier van leren en omgaan met elkaar. En dat is op zijn beurt de basis voor twee van de voorwaarden die Brophy noemt voor goed lesgeven: Een plezierig leefklimaat en een goed werkklimaat creëren Als de docent geen orde kan houden, de regie kwijt is en studenten laat bepalen wat er gebeurt, bestaat het risico dat enkele studenten die geen bijdrage aan een plezierig leef- en werkklimaat willen of kunnen leveren, het in de groep voor het zeggen krijgen. Dat gaat ten koste van de andere studenten en van het leerproces. Anders gezegd: ‘De vrijheid van de wolven is de dood van de schapen.’ Omdat orde de basis is voor de goede werkrelatie die je als docent met studenten wilt opbouwen, moet je daar in het begin dus veel energie in steken. 1 een plezierig leefklimaat creëren; 2 een goed werkklimaat creëren. Tegemoetkomen aan de noden en wensen van de individuele studenten en van de groep Wat in de voorgaande kop staat, is wat Stevens (2004) adaptief onderwijs noemt. Het houdt in dat goed onderwijs rekening houdt met de drie basisbehoeften van stu denten: • relatie: studenten weten zich geaccepteerd, horen erbij, hebben het gevoel wel kom te zijn en voelen zich veilig;

34

Made with FlippingBook flipbook maker