Preventie in het sociale domein - De Roos & Van Dinther - druk 5

1.2 • Preventie: definities, vormen, varianten en modellen

dan in hun wijk. Bovendien gaat er een heilzaam effect uit van de sociale controle in de buurt. Toch blijft de situatie in de ogen van de initiatiefnemers ernstig. Hoe gaat dat nu verder? Terwijl de dominante norm in de hulpverlening voor schrijft dat het oordeel van de cliënt de doorslag hoort te geven, en dat er bo vendien moet worden aangesloten op de ‘eigen kracht’ van de buurtbewoners, worden preventieve interventies vaak gestart op grond van wat de initiatiefne mers noodzakelijk vinden. Zo ook hier. Het oordeel van de betrokkene(n) hoeft helemaal geen rol te spelen (al zal men meestal wel proberen om rekening met hen te houden). Op die manier loopt preventie het risico nodeloos bevoogdend te worden en uit te lopen op min of meer permanent toezicht en zelfs opgedrongen hulp. Dat kan dan weer aanleiding geven tot onenigheid en tot verhitte discussies over de zin of onzin van het onderhavige initiatief, en zelfs over het wel of niet doorgaan ervan. Maar omdat zij die (vroegtijdig) problemen bij anderen bespeu ren vaak machtiger zijn dan ‘die anderen’, gaan dit soort preventieve initiatieven meestal toch door. Wat er dan van terechtkomt, is de vraag. Toch komt het voor dat preventie na verloop van tijd ongemerkt overgaat in zorg of hulpverlening. De betrokkenen nemen dan uiteindelijk de probleemdefinitie over en ontwikkelen hulpvragen die daar parallel mee lopen. Preventieve activiteiten worden niet alleen in het sociale en publieke domein ingezet, dat gebeurt in toenemende mate ook in organisaties en bedrijven. Om de voortgang van het werk, de dienstverlening of het productieproces te bevor deren en verstoringen zo veel mogelijk te voorkomen zullen de arbodienst, de bedrijfsarts en de personeelsafdeling – tegenwoordig in goed Nederlands hu manresourcesmanagement (hrm) geheten – werknemers proactief zodanig wil len ondersteunen en begeleiden dat zij ten bate van het bedrijf het allerbeste uit zichzelf halen. Maar dat lukt natuurlijk lang niet altijd. Al naargelang de aard en ernst van de situatie kom je dan als bedrijfsarts, arbospecialist, psycholoog, hrm’er of orga nisatiecoach tussenbeide volgens het op Caplans klassieke definitie gebaseerde fasemodel van Ouweneel, Schaufeli en Le Blanc (2009) (tabel 1.1). Let op: dit model opent met de ‘zwaarste’ curatieve interventies en beweegt zich stap voor stap richting de meest proactieve ingrepen.

27

Made with FlippingBook Publishing Software