Kwantitatief onderzoek voor journalisten - Joris Boonen & Mark Pluymaekers

1.1 Kwantitatief onderzoek versus kwalitatief onderzoek

Ondanks onze focus op kwantitatief onderzoek willen we de meerwaarde van kwa litatieve methoden niet ontkennen. Dat kwantitatief en kwalitatief onderzoek elkaar heel goed kunnen aanvullen, werd door de broers Chip en Dan Heath als volgt ver woord: ‘Data are just summaries of thousands of stories – tell a few of those stories to help make the data meaningful’ (Heath & Heath, 2014). Het is een kerntaak van een journalist om de abstracte cijfers en feiten te vertalen naar menselijke ervarin gen en gevolgen voor hun publiek. Daarbij is het wel belangrijk dat je als journa list niet enkel focust op specifieke, afwijkende gevallen. Dat kan immers tot gevolg hebben dat mensen verkeerde inschattingen maken van de frequentie van bepaalde gebeurtenissen én van de kans dat ze er zelf mee te maken krijgen (Gardner, 2009). Dat komt door de availability bias : als we makkelijk een concreet voorbeeld kunnen bedenken van een extreme gebeurtenis (denk bijvoorbeeld aan een terroristische aanslag), schatten we de kans op zo’n gebeurtenis hoger in. Het omgekeerde geldt trouwens ook: als we alleen maar cijfers en geen voorbeelden tot onze beschikking hebben, dan betrekken we die cijfers minder snel op onszelf, met als gevolg dat we minder geneigd zijn om eventueel benodigde acties te ondernemen. Dat wordt ook wel optimism bias genoemd. Om een beeld te schetsen dat enerzijds realistisch en anderzijds informatief is, is het wenselijk om kwantitatieve en kwalitatieve methoden te combineren. In de praktijk gebeurt dat vaak ook. Dan leveren kwantitatieve gegevens bewijs voor een bepaalde verandering of ontwikkeling, en wordt kwalitatief onderzoek ingezet om inzicht te krijgen in verklaringen, kanttekeningen en oplossingsrichtingen. VOORBEELD 1.1 Een duidelijk voorbeeld van een thema dat zich leent voor een combinatie van kwan titatief en kwalitatief onderzoek is het debat rond de kwaliteit van het onderwijs. Als je als journalist een stuk wilt schrijven over de staat van het onderwijs, kun je gebruik maken van verschillende kwantitatieve onderzoeksinstrumenten. Denk bijvoorbeeld aan de wereldwijde PISA-scores (PISA staat voor Programme for International Student Assessment) van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Dat zijn landscores die de kwaliteit van het onderwijs meten met gestandaar diseerde toetsen voor onder andere wiskundige geletterdheid, leesvaardigheid en wetenschappelijke geletterdheid. Je zou met andere kwantitatieve data ook kunnen nagaan hoeveel studenten in vier jaar een opleiding in het hoger onderwijs succesvol afronden, of je zou kunnen tellen hoelang het duurt voor studenten met een diploma een goede baan vinden. PISA-cijfers, slaagcijfers en cijfers over de eerste baan na het afstuderen zijn allemaal kwantitatieve indicatoren die je iets kunnen vertellen over on derwijskwaliteit. Maar als je bepaalde verschuivingen of trends in die data wilt begrij pen of verklaren, ontkom je niet aan kwalitatief onderzoek, bijvoorbeeld in de vorm van diepte-interviews of focusgroepenmet onderwijsexperts, docenten en leerlingen.

17

Made with FlippingBook Publishing Software