Cyrilla van der Donk en Bas van Lanen - Praktijkonderzoek in de school

1 Een inleiding op praktijkonderzoek

1.2

Kernactiviteiten van praktijkonderzoek

De cyclus voor praktijkonderzoek (Van der Donk & Van Lanen, 2017; 2019) die we hier presenteren, omvat zes kernactiviteiten (zie figuur 1.1) voor het uit voeren van beschrijvend, vergelijkend, definiërend, evaluerend en verklarend praktijkonderzoek. Bij een kennisgericht praktijkonderzoek doorloop je deze cyclus. Vaak leiden deze verworven inzichten tot plannen om veranderingen door te voeren in de praktijk. Wanneer je dit innovatieproces op een onderzoe kende wijze aanpakt, spreken we van een ontwerponderzoek. Je doorloopt dan aanvullend de innovatiecyclus (met de kernactiviteiten ontwerpen, verzame len en analyseren en concluderen) een of meer keren. Je test het ontwerp uit in de praktijk en gaat na of het voldoet. Indien nodig pas je het ontwerp aan. Wanneer je praktijkonderzoek doet, doorloop je alle kernactiviteiten minimaal een keer. De kernactiviteit ontwerpen voer je alleen bij ontwerponderzoek uit. De kernactiviteiten zijn met elkaar verbonden en volgen elkaar op. De hoofd richting is die van de pijlen (met de klok mee). Je start je praktijkonderzoek met een analyse van je praktijkprobleem en zoomt steeds meer in op wat je echt wilt weten. Het onderzoeksproces heeft een cyclisch karakter. Met cyclisch bedoe len we dat je de cyclus van praktijkonderzoek en/of de innovatiecyclus meer dere keren kunt doorlopen. Het onderzoeksproces is daarnaast ook iteratief van aard. Met iteratief bedoelen we herhalend. Het zal geregeld voorkomen dat de uitkomst van een bepaalde kernactiviteit je als onderzoeker dwingt een eerdere kernactiviteit opnieuw uit te voeren. Je pendelt tijdens het onderzoeksproces soms heen en weer tussen de verschillende kernactiviteiten. Oriënteren Bij de kernactiviteit oriënteren probeer je in beeld te brengen welke praktijk problemen er zijn, voor wie deze belangrijk zijn, wat erover bekend is en wat het belang van je onderzoek kan zijn voor jezelf en de organisatie. Je bekijkt het praktijkprobleem vanuit verschillende perspectieven. Naast het in kaart brengen van de context ben je tijdens deze kernactiviteit bezig met het ver kennen en beschrijven van het praktijkprobleem in dialoog met anderen en met behulp van de vakliteratuur. Smeijsters et al. (2011) spreken in dit kader over het verkrijgen van een systematisch en doorgrond overzicht van het pro bleem in de praktijksituatie. De verkennende probleemanalyse resulteert in een heldere probleembeschrijving die het startpunt vormt van de volgende kernactiviteit: het richten.

32

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online