Cyrilla van der Donk en Bas van Lanen - Praktijkonderzoek in de school

1 Een inleiding op praktijkonderzoek

wat je doet wel het beste is voor je leerlingen (Kallenberg et al., 2011). Je vraagt door en gaat op zoek naar de vraag achter een vraag, om zo goed mogelijk in te kunnen spelen op de specifieke kenmerken van je leerlingen en de dynamiek van het onderwijs. Je werk blijft boeiend doordat je voortdurend zoekt naar mogelijkheden om de kwaliteit van je onderwijs te verhogen en je deskundig heid te vergroten. Volgens Leeman en Wardekker (2010) zou de koppeling van onderzoek met de onderwijspraktijk er onder meer toe moeten leiden dat lera ren aan het denken worden gezet, distantie nemen van hun dagelijkse routi nes en proberen zich een andere kijk op hun praktijk eigen te maken. Het gaat Leeman en Wardekker er vooral om dat de leraar zich afvraagt wat leerlingen moeten leren, waarom ze juist dat moeten leren, hoe ze dat kunnen leren, en of de leraar erin slaagt dat te bereiken. Harinck (2007) spreekt in dit kader over het leren plaatsen van vraagtekens bij het vanzelfsprekende. De onderzoekende houding vormt de basis voor je beroepsuitoefening. Die stuurt de wijze waarop je je werk uitvoert en je reflectie daarop. Een onderzoe kende beroepshouding helpt je om impliciete kennis en onderliggende denk en besluitvormingsprocessen van zowel jezelf als je collega’s te expliciteren. Je richt je dus niet enkel op gedrag en gebeurtenissen die zichtbaar zijn, maar ook op patronen, structuren en mentale modellen die veelal verborgen zijn voor directe waarneming. Er zijn verschillende visies op wat een onderzoekende beroepshouding is en hoe deze beschreven kan worden. Losse en Nahuis (2015) hebben de veelheid aan kenmerken geclusterd in drie dimensies: 1 De open houding: de professional staat open voor nieuwe indrukken, is bereid tot perspectiefwisseling, wil begrijpen en wil delen. Je vraagt je af of de feedback die je steeds geeft op de verwerkingsopdrachten inderdaad bij de leerlingen leidt tot een reflectie op het eigen leerproces. Je besluit dit na te vragen bij je leerlingen.

2 De kritische houding: de professional wil nagaan of iets klopt, wil onder bouwen en wil verantwoorden.

In een teamoverleg stelt een van de collega’s een interventie voor. Je vraagt hem zijn suggesties te onderbouwen vanuit de praktijk en de theorie.

In een leerlingrapportage worden begrippen gebruikt die verschillend geïnterpreteerd kunnen worden. Je vraagt na wat jouw collega precies bedoelt, zodat je haar woorden goed interpreteert.

26

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online