Spoko spoko - Katarzyna Wiercińska
hoofdstuk 1 Kto to jest? Co to jest?
woordenlijst
rzecz (vr.)
ale bardzo biurko biuro
maar heel
het object, het ding
het bureau (tafel) het kantoor, het bureau (ruimte) lelijk
stary/stara też to mi się podoba trochę tutaj ulubiony/ulubiona wolny/wolna za
oud ook ik vind het leuk een beetje hier favoriet langzaam, traag te (bijvoorbeeld za mały - te klein)
brzydki dlatego krzesło lampa ładny/ładna obraz okno
daarom de stoel de lamp mooi het schilderij het raam
1.2.1 Objecten aanwijzen en beschrijven Co to jest? To jest komputer.
Wat is dit? Dit is een computer. Dit is mijn computer. Deze computer is van hem. Die computer is van mij.
To jest mój komputer. Ten komputer jest jego. Tamten komputer jest mój. To ( jest) książka. To ( jest) moja książka. Ta książka jest moja. Tamta książka jest nasza. Czyje to jest? Czy to ( jest) twoja książka? Tak, to ( jest) moja książka. Nie, to nie ( jest) moja książka. To jego książka. Czy ta książka jest jego? Tak, to ( jest) jego książka. Czy to ( jest) jego biurko? Tak, to ( jest) jego biurko. Czy to biurko jest jego? Czy tamto biurko jest jej?
Dit is een boek. Dit is mijn boek.
Dit boek is van mij. Dat boek is van ons.
Van wie is dit? Is dit jouw boek? Ja, dit is mijn boek. Nee, dit is mijn boek niet. Dit is zijn boek. Is dit boek is van hem? Ja, dit boek is van hem. Is dit zijn bureau? Ja, dit is zijn bureau. Is dit bureau van hem? Is dat bureau van haar?
42 czterdzieści dwa
Made with FlippingBook Learn more on our blog