Spoko spoko - Katarzyna Wiercińska
hoofdstuk 1 Kto to jest? Co to jest?
Ontkenning – nie Kijk even naar de allerlaatste zin. Om een ontkennend antwoord te geven, is het genoeg om het woordje nie (niet) voor het werkwoord te plaatsen.
1 Stel jezelf voor aan je medecursisten en aan je docent Pools. a Vraag je medecursisten in het Pools hoe zij heten.
Gebruik: A: Cześć! Mam na imię … A ty? Jak masz na imię? B: Mam na imię …Miło cię poznać.
b Stel daarna twee cursisten aan de rest van de groep. Begin je zin met: ‘To ( jest) …’
1.1.2 Persoonlijke voornaamwoorden
enkelvoud
meervoud
ja ty on
my wy oni one
ik jij hij zij het
wij julllie zij (mannen/gemengd) zij (vrouwen)
ona ono
formeel: pan pani
formeel: panowie panie państwo
u (man) u (vrouw)
u (mannen) u (vrouwen) u (gemengd)
In vergelijking met het Nederlands zijn er twee verschillen: 1 Het voornaamwoord in de derde persoon meervoud (in het Nederlands zij ) heeft geslachtsafhankelijke vormen. 2 Het formele voornaamwoord u beschikt in het Pools over geslachts afhankelijke vormen voor het enkelvoud en meervoud.
Als een voornaamwoord een directe aanspreekvorm is (ty, wy, pan, pani, państwo , panowie, panie), dan schrijf je ze in brieven, e-mails enzovoort met een hoofdletter. Dat is beleefder.
34 trzydzieści cztery
Made with FlippingBook Learn more on our blog