Jos Marell en Els de Vaan - Praktische didactiek voor Natuur & Techniek
1 Waar gaat het om bij Natuur & Techniek?
■ ze kunnen iets op een wetenschappelijke manier beschouwen, bijvoorbeeld bij verklaringen rekening houden met bewijs daarvoor; ■ ze hebben geen ongefundeerde angst voor de omgang met andere levende we zens of voor apparatuur, en ze houden rekening met veiligheids- en gezond heidsrisico’s; ■ ze zijn zich bewust van de grenzen van natuurwetenschappelijke en technische kennis. Absolute waarheden bestaan niet, natuurwetten zijn ‘waar’ tot het tegen deel bewezen is. Concrete ervaringen en eigen beleving dragen bij aan de ontwikkeling van de idee ën en opvattingen van kinderen; dat beïnvloedt hun zelfbeeld positief. Leerlingen die al doende vertrouwd raken met natuur en techniek, stellen zich er steeds meer voor open, gaan er gezond kritisch mee om en beleven er plezier aan. Bij N&T leren ze over wat leven mogelijk maakt. Sta daarom geregeld met de kinderen stil bij de aard en het belang van natuur en techniek. Dat legt bovendien een goede basis voor gedragskeuzen die invloed hebben op onder meer gezondheid en duurzame ontwikkeling ( H20). Alleen bij onderwijs waarin evenwicht bestaat tussen de inhouden, werkwijzen en houdingen, zullen kinderen hun spontane interesse voor natuur en techniek behou den. Als leerkracht kun je en moet je dit evenwicht bewaken (zie figuur 1.7).
Figuur 1.7 ‘Hoofd, hart en handen’ ofwel ‘Denken, doen, beleven’
1.3 Ervaringen met Natuur & Techniek
Uit peilingen blijkt dat N&T in het basisonderwijs zowel kwantitatief als kwalitatief op veel scholen tekortschiet (Inspectie van het Onderwijs, 2017); ook internationaal
32
Made with FlippingBook Ebook Creator