Walter Geerts & René van Kralingen - Handboek voor leraren

Deel A • Hoe onderwijs ik mijn leerlingen?

Hoe de leerlingen tot die samenvatting, dat beeldje of die berekening komen, is echter vaak aan hen. Ze kunnen een mindmap maken, een schets op papier zetten of een YouTubefilmpje gebruiken. Leerlingen kunnen kiezen tussen luisteren, schrijven, tekenen, spreken, bewegen, enzovoort. Op hun eigen wijze werken ze naar hun prestatie toe. In dat werken naar die prestatie ligt de keuzevrijheid. Laat leerlingen bijvoor beeld kiezen wat ze willen doen, in welke volgorde of hoe ze iets willen doen. Dat kan al heel simpel door in een les de keuze te geven tussen drie verschillende opdrachten gericht op hetzelfde leerresultaat met bijbehorende kwaliteitseisen. Natuurlijk moeten alle leerlingen bepaalde basisdoelen behalen, maar ze hoeven niet allemaal dezelfde route te volgen. Als leerkracht moet je bovendien kunnen differentiëren: bied meer hulp, uitleg of uitdaging voor leerlingen die deze nodig hebben (zie paragraaf 2.5). Daarnaast maak je leerlingen medeverantwoordelijk voor hun eigen leerpro ces: zij moeten ook zelf actie ondernemen om hun leerdoelen te behalen. Want leerlingen kunnen ook in autonomie verzuipen als ze niet geleerd hebben om daarmee om te gaan. Leerlingen vinden het dan moeilijk om met inzet aan een leertaak te werken. De growth mindset Om de eigen inzet van leerlingen te stimuleren kun je de leerlingen helpen om een growth mindset te ontwikkelen. Carol Dweck (2013) noemt het geloof of ongeloof in het ontwikkelen van vaardigheden, intelligentie en competenties je mindset . Dweck onderscheidt twee typen mindsets: een growth mindset en een fixed mindset . Mensen met een growth mindset geloven dat je cognitieve vermogen zich kan ontwikkelen. Zij zijn tijdens de opvoeding vaak gestimuleerd om initiatief te nemen en nieuwe dingen uit te proberen, en zijn ontvankelijk voor kritiek. Mensen met een fixed mindset hebben de overtuiging dat intelligentie vastligt. Deze mensen denken dat zij worden beoordeeld op hun prestaties en doen daarom vooral graag dingen waar ze goed in zijn. Wanneer iets niet lukt, raken mensen met een fixed mindset sneller gefrustreerd dan mensen met een growth mindset. Het liefst vermijden ze onvoorspelbare opdrachten. De mindset is echter geen vaststaande eigenschap van iemand, zo stelt John Hattie (2017). Het is eerder een strategie om met onbekende zaken om te gaan. Dat betekent dat je mindset niet in elke situatie gelijk is. Je kunt je leerlingen dus helpen om een bepaalde situatie met een growth mindset tegemoet te treden. Hierbij speelt de manier van feedback geven een belangrijke rol. Feedback gericht op een fixed mindset gaat over succes, talenten en falen. Om een growth mindset te stimuleren is het beter om feedback te geven op zaken als inzet, door zettingsvermogen en eigen keuzes maken. Het kan helpen om tegen een leerling te zeggen dat hij een taak misschien nu nog niet kan, maar dat oefenen helpt om progressie te bereiken. Wanneer iemand erop vertrouwt dat hij iets zal leren, ligt zijn focus meer op het leerproces. De leerling is gemotiveerder om aan de slag te gaan. Dit zorgt ervoor dat deze leerling eerder vooruitgang zal boeken.

32

Made with FlippingBook Online newsletter