Walter Geerts & René van Kralingen - Handboek voor leraren

1 • Hoe leren leerlingen?

De verwachtingen van de leraar Rosenthal en Jacobson namen in 1968 aan het begin van het schooljaar op een lagere school in San Francisco een algemene vaardigheidstest af. Deze test had geen voorspellende waarde. Aan de leerkrachten lieten ze echter doorschemeren dat deze test kon voorspellen welke leerlingen het komend jaar een leersprong zouden maken. Na het maken van de test werden vijf namen van leerlingen door gegeven die een leersprong zouden maken. Deze namen waren volstrekt wille keurig gekozen, maar desondanks rapporteerden de leerkrachten aan het eind van het schooljaar dat de prestaties van deze vijf willekeurig gekozen leerlingen sterker waren verbeterd dan die van de overige leerlingen. Kennelijk gingen de leerlingen beter presteren omdat de leerkracht hogere verwachtingen van hen had. Er was sprake van een selffulfilling prophecy: een foutieve voorspelling van de situatie die nieuw gedrag oproept waardoor de foutieve voorspelling toch uitkomt (Merton, 1968). 1.1.4 Relatie: communiceer en betrek de hele klas erbij Leerlingen hebben de behoefte een relatie te onderhouden met de leerkracht en met de andere leerlingen (Niemiec & Ryan, 2009). Een leerling functioneert het best als hij vertrouwen heeft in de leerkracht en als hij het gevoel heeft bij de groep te horen en daar gezien wordt. Eerst relatie, dan prestatie. Zelf hebben we de ervaring dat je een leeromgeving krachtiger kunt maken door de relatie te ver sterken. Dit kun je doen door: Ք het sociale proces te stimuleren en te benutten; Ք ook in een grote groep alle leerlingen bij de les te betrekken; Ք enkele communicatieadviezen ter harte te nemen. Het sociale proces stimuleren en benutten Leren vindt plaats binnen een sociale context. De school is voor leerlingen een ontmoetingsplaats. Veel leerlingen vinden het ‘gezellig’ om naar school te gaan: hier zien ze hun vrienden en speelt een groot deel van hun sociale leven zich af. Als leerkracht kun je dit benutten om de leerlingen te motiveren in hun leer proces. Met een klas waarmee je een band hebt opgebouwd, kun je gemakkelij ker een goede werksfeer creëren waarin leerlingen geneigd zijn te participeren en hun best te doen. Er is sprake van commitment als de verbondenheid weder zijds is. Realiseer je wel dat leren beter gaat als leerlingen in onderlinge interactie bezig zijn met de leerstof. Zij moeten dan zelf de stof onder woorden brengen en scherpen zo hun geest. Ze herstructureren al bestaande kennis en verbinden die met nieuwe inzichten. Zo construeren leerlingen hun eigen kijk op de leerstof. Deze manier van kennis verwerven wordt sociaal constructivisme genoemd (Morrisson, Ross, Kalman & Kemp, 2013). De leerpsychologische stroming met diezelfde naam gaat ervan uit dat mensen hun eigen kennis construeren door interactie met anderen (zie ook paragraaf 6.4).

A

29

Made with FlippingBook Online newsletter