Sociologie voor de praktijk - Hoeksema - druk 9

2.6 Rollen en rollenconflicten

Vaak zijn we ons er zelfs niet van bewust dat we ons allerlei gedragsregels hebben eigen gemaakt. Pas als we geconfronteerd worden met nieuwe situaties, merken we dat we allerlei vanzelfsprekendheden in ons gedrag hebben opgenomen. Geïnternaliseerd gedrag kan zo sterk zijn dat we ons erg vervelend voelen wanneer we ervan moeten afwijken. Wanneer je als man (jongen) geleerd hebt altijd privé – dat wil zeggen alleen – te plassen, is de kans groot dat je er in een openbaar urinoir geen druppel uit krijgt. In culturen met voedselvoorschriften kost het mensen in tijden van hongersnood soms grote moeite om uit lijfs behoud tóch ‘verboden’ (niet-koosjer, haram, onrein) voedsel te nuttigen. Zonder geïnternaliseerd gedrag wordt het leven heel lastig. Als we ons telkens bewust zouden afvragen hoe het ook weer was en wat we eigenlijk willen, dan zouden we tot niets komen en kregen we alleen maar hoofdpijn. Stel je voor dat iemand om negen uur met werken begint. Op een ochtend komt hij om halftwaalf aanzetten en zegt: ‘Ik moest vanochtend wel erg lang nadenken óf ik nou zin had om te komen of niet. Eerst wilde ik helemaal niet, maar zo rond halfelf dacht ik, ach, laat ik maar gaan.’ Uit de reacties van chefs en collega’s zal blij ken dat hier wel degelijk normen overtreden worden. Stel je voor dat deze man een collega is met wie je samenwerkt. Dat kán helemaal niet, want als persoon kan hij wel aardig zijn, maar als collega kun je nooit op hem rekenen. De man houdt zich niet aan de regels. Als de regels niet vanzelfsprekend zouden zijn, dan zou dat rampzalig zijn. Je zou nooit kunnen weten of de winkel morgen open zou zijn en zo ja, hoe laat (Nijland, 1982). Een bijzondere vorm van internalisering is hospitalisering . Mensen kunnen in een situatie terechtkomen waarin hun gedrag zo door anderen bepaald en geregeld wordt, dat ze zelf nauwelijks meer enig initiatief kunnen nemen. Ze verleren het en laten zich door de omgeving leiden. De wereld wordt terug gebracht tot het kleine wereldje van de instelling. Instellingen als bejaarden huizen, (psychiatrische) ziekenhuizen, kloosters, kazernes en gevangenissen kunnen hier voorbeelden van leveren. Voor mensen die daaruit komen, is het vaak erg moeilijk weer ‘gewoon’ zelfstandig gedrag te vertonen. Rollen en rollenconflicten Wanneer we het hebben over een complex van normen en verwachtingen met betrekking tot het gedrag en de positie van iemand anders, spreken we over een rol . We kunnen spreken over de rollen van verkoper, arts, vrouw, vader, zoon, echtgenoot, docent, studente, enzovoort. Een rol wordt gevormd door culturele boodschappen, waarden en verwach tingen en is dus op zich iets onpersoonlijks. Een rol is een vaak ongeschreven

Deel 1

Cultuur en sociale betekenisgeving

2.6

31

Made with FlippingBook flipbook maker