Peter Teitler en Ruben Teitler - Les is meer

1  Adviezen voor de eerste lessen

Maak ook contact door een praatje te maken met enkele van je leerlingen tijdens het zelfstandig werken: ■ Woon jij hier in de buurt? ■ Heb je broertjes of zusjes hier op school? ■ Ben je goed in rekenen? ■ Zitten er leerlingen in deze klas die je al kent? ■ Wat zijn je hobby’s? ■ Wat is je favoriete spel? ■ Naar welke muziek luister je het liefst? ‘Noem mij, noem mij, spreek mij aan’ is een regel uit een gedicht van Neeltje Maria Min. Ze geeft hiermee aan dat mensen zich gekend voelen wanneer hun naam wordt genoemd. Je investeert in de relatie met je leerlingen als je hun namen snel leert en kent. Let goed op hoe de leerlingen hun eigen naam uitspreken en vraag hun om je te verbeteren als jij hun naam niet goed uitspreekt. Om de namen snel te kunnen leren, kun je het best werken met een vaste plattegrond. Op sommige scholen wordt die plattegrond door de mentor gemaakt en is die voor elke les hetzelfde, op andere scholen verschilt de plattegrond per leraar en per lokaal. Wanneer je regels op het bord schrijft en daarnaar verwijst, moeten leerlingen zich aan die regels houden. Niet ‘omdat ik het zeg’, maar ‘omdat het hier staat’. Uitleggen waarom je die regels nuttig vindt, kan overigens geen kwaad. Voorbeelden van regels die je op het bord kunt schrijven zijn: ■ ‘Niemand storen tijdens de toets (ook al ben je klaar).’ ■ ‘Mobieltjes uit en niet in het zicht.’ ■ ‘Stil zijn tijdens klassikale instructie + vinger opsteken als je wat wilt zeggen.’ De regel op het bord is dan ‘de geschreven wet’ en is daarmee krachtiger dan een mondelinge mededeling. Regels kunnen ook gaan over de spullen die je bij je moet hebben of over het maken van aantekeningen.

6 Ken de namen

1.3 Regels en corrigeren

7 Schrijf gedrags- en werkregels op het bord

28

Made with FlippingBook Annual report