Iris Kamp, Janneke de Jong-Slagman en Peter van Duijvenboden - Jeugdliteratuur en didactiek

1.7 De schrijversintentie en de functies van literatuur

de vraag of het stukje opvoeding dat de schrijver beoogde ook daadwerkelijk aankwam. In hoofdstuk 2 komt dit onderwerp nader aan de orde. De functie van een boek is het mogelijke effect dat een boek op de lezer kan hebben. Dat mogelijke effect kan uit de tekst zelf afgeleid worden. Het kan door de schrijver ook precies zo bedoeld zijn en dan vallen functie en schrij versintentie samen, maar dat is lang niet altijd het geval. Onder het uitno digende laagje van de ontspanning (functie) ging, zeker in oudere boeken, vaak een zeer opvoedende schrijversintentie schuil. De functie van ontspan ning was lang niet zo nadrukkelijk bedoeld als de levensles. Deze dynamiek tussen intentie en functie geldt niet alleen voor de moraliserende lectuur uit de negentiende eeuw, maar minstens zozeer voor de maatschappijkritische verhalen uit de jaren zeventig van de twintigste eeuw. De recentere titels van de populaire schrijfster Carry Slee hebben die spanning tussen schrijversin tentie en functie eveneens. Een boek kan andere of meer functies in zich hebben dan de schrijver ooit bedoeld heeft (Ghesquière, 2009). ‘Het mogelijke effect dat een boek kan hebben’ klinkt tautologisch. Deze woordkeus geeft al aan dat het niet gezegd is dat boeken ook daadwerkelijk op lezers het effect hebben dat schrijvers en bemiddelaars, maar ook jonge lezers zelf, ervan verwachten. Naast functie zou je ook nog de werking van lezen kunnen onderscheiden. Waar de functie hypothetisch is en de moge lijke invloed van een boek op basis van de inhoud voorspelt, is de werking de daadwerkelijk gerealiseerde invloed. Dát lezen invloed heeft, krijgt de laatste jaren steeds meer wetenschappelijk bewijs (al zeggen deze onder zoeksresultaten uiteraard weinig over de werking van afzonderlijke boeken). Op MRI-scans van lezende mensen lichten gedeeltelijk dezelfde hersenge bieden en neurale netwerken op als bij Theory of Mind -processen in inter acties met andere mensen in het ‘echte’ leven. Daaruit kan worden afgeleid dat lezen een inherent sociale activiteit is, die het inlevingsvermogen en de tolerantie van lezers vergroot. ‘Veellezers’ gaan dan ook empathischer en meer open-minded door het leven dan zij die weinig of niet lezen (Kidd & Castano, 2013). Daarnaast profiteren ook het intelligentieniveau en de cog nitieve vermogens van geregeld een boek lezen in de vrije tijd. In volgende hoofdstukken wordt uitgebreid ingegaan op deze voordelen van lezen. Over de functies van jeugdliteratuur is al veel geschreven. Joosen en Vloe berghs (2008) onderscheiden drie belangrijke functies: de didactische, de ontspannende en de esthetische functie. Dit onderscheid is natuurlijk niet absoluut; de functies sluiten elkaar niet uit. Van Coillie heeft deze drie basis functies verder uitgesplitst en beschrijft er zes (Van Coillie, 1999). Die func-

DEEL 1

Jeugdliteratuur

31

Made with FlippingBook - Online catalogs