Palmer - 77 puntjes op de i

Ik wíl het doen, ik gá het doen en ik zál het doen

152

60

Toekomst: ‘gaan’ of ‘zullen’?

Ik hoef niks

154

61

‘Hoeven’

Thee graag! Of nee, toch liever koffie ‘Graag’ en ‘liever’: plaats in de zin

156

62

Dat valt wel mee

157

63

‘Meevallen’ en ‘tegenvallen’

Kan ik je even spreken? Ik wil graag iets bespreken 159 ‘(Be)spreken’, ‘(be)kijken’, ‘(be)luisteren’, ‘(be)schrijven’, ‘(be)antwoorden’

64

Ze praten overal en nergens over ‘Nergens’, ‘ergens’, ‘overal’ + prepositie

161

65

Aangezien het schema heel helder is, snap ik het nu

163

66

Structuurwoorden

Toen kon ik niet, maar dan kan ik wel

167

67

‘Toen’ of ‘dan’

Ik heb hem toch nog maar eens even de waarheid gezegd

169

68

Partikels (kleine woordjes)

Degene die te laat komt, moet trakteren

172

69

Degene(n)

Ik ben eraan gewend geraakt om ‘raken’ te gebruiken

173

70

Combinaties met ‘raken’

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online