Palmer - 77 puntjes op de i
emily palmer Perfect Nederlands voor anderstaligen 77 PUNTJES OPDE I
77 puntjes op de i
www.coutinho.nl/77puntjes Met de code in dit boek heb je toegang tot je online studiemateriaal. Dit materiaal bestaat uit extra opdrachten, audio, antwoorden bij de opdrachten uit het boek en een quiz die je helpt bepalen met welke onderwerpen je aan de slag kunt. Om je studiemateriaal te activeren heb je onderstaande code nodig. Ga naar www.coutinho.nl/77puntjes en volg de instructies.
77 puntjes op de i
Perfect Nederlands voor anderstaligen
Emily Palmer
c u i t g e v e r ij
c o u t i n h o
bussum 2019
© 2019 Uitgeverij Coutinho bv Alle rechten voorbehouden.
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbe stand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, me chanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toe gestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uit gave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl).
Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum info@coutinho.nl www.coutinho.nl
Omslag: René van der Vooren, Amsterdam Illustraties: Elwin Rijken, Eindhoven | www.er-pro.nl
Foto p. 86: Juliette fotografie Overige foto’s: © Shutterstock
Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Per sonen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever. De personen op de foto’s komen niet in de tekst voor en hebben geen relatie met hetgeen in de tekst wordt beschreven.
ISBN 978 90 469 0667 5 NUR 114
Voorwoord
Veel van mijn cursisten redden zich aardig in het Nederlands, sommige zelfs zeer goed. Toch is er altijd een aantal punten waar ze tegen aanlopen. Wat ik opvallend vind, is dat dit vaak dezelfde punten zijn, ongeacht de moedertaal van de cursisten: ze hebben ‘iets leuk’ gedaan, ze vinden het ‘een goede idee’ om ‘naar vakantie’ te gaan en ze spreken ‘Arabisch’ of ‘Kroatisch’ (met een verkeerde uitspraak van -sch), om maar een paar voorbeelden te noemen. Het zijn foutjes waar niemand ze (meer) op wijst of aspecten die ze nog niet helemaal beheersen. Ook twijfelen cursisten vaak over dezelfde dingen, zoals het gebruik van het woordje ‘er’. Het leek me fijn als leerders van het Neder lands een boek hadden waarin ze al deze onderwerpen konden opzoeken. Een boek waarin niet alleen regels te vinden zijn, maar vooral ook leuke, prak tijkgerichte opdrachten, met zinnen die ze in het dagelijks leven tegenkomen en die ze zelf ook kunnen gebruiken. Deze wens leidde tot het boek dat nu voor je ligt: 77 puntjes op de i . Het gaat in dit boek om onderwerpen die op niveau B1 of B2, en zelfs op niveau C1, nog problemen opleveren. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling geweest om alle grammaticaregels nog eens op een rijtje te zetten; die kun je immers in allerlei grammaticaboeken vinden. Ook gaat het niet alleen om het uitbreiden van de woordenschat of het verbeteren van de uitspraak. Nee, het doel van het boek is om tweedetaalleerders van het Nederlands actief te laten oefenen met onderwerpen waar ze nog moeite mee hebben, om zo hun Nederlands correcter, vloeiender en Nederlandser te laten klinken. Boven dien zullen ze zich zekerder voelen over hun taalgebruik als ze meer houvast hebben. Dank Miranda van ’t Wout, met wie ik de lesmethode Nederlands naar perfectie schreef, had geen tijd om mee te schrijven aan dit boek, maar wilde gelukkig wel meelezen. Zij heeft verschillende versies van het boek van zeer nuttig commentaar en welkome aanvullingen voorzien, waarvoor ik haar ontzet tend dankbaar ben.
Daarnaast hebben ook andere NT2-docenten bijgedragen aan verbeteringen: Patty van Bielder, Joanneke Halbertsma, Ilke Jacobs en Marieke van Paassen. Dankzij hun kritische blik heb ik zelf ook de puntjes op de i kunnen zetten. Verder was het prettig om te horen dat de behandelde onderwerpen veel herkenning opriepen; het zijn punten die zij ook bij hun cursisten signaleren. Veel dank ben ik ook verschuldigd aan mijn meelezende oud-cursisten Jessica Williams en Olga Kulikova – die het materiaal tijdens haar huwelijksreis heeft doorgenomen! – en aan alle cursisten die (onbewust) input hebben geleverd voor de inhoud van dit boek. Natuurlijk bedank ik ook Nynke Coutinho en Dafni Alverti voor het vertrouwen en voor de hulp bij de totstandkoming van dit boek. Tot slot ben ik erg blij dat Elwin Rijken, voormalig klasgenoot, voor de illustraties in dit boek heeft gezorgd.
Utrecht, voorjaar 2019 Emily Palmer (Taalzeker)
Inhoud
15
Inleiding
I Grammatica
I
Artikel, adjectief, substantief
Ik wil een cadeautje! Of nee, cadeautjes!
21
1
Artikel: wel of geen artikel?
Dat is een goed idee (zonder -e)
24
2
Adjectief: wel of geen -e?
Ik heb zin in iets lekkers
27
3
Adjectief + s
We hebben heel veel huiswerk
29
4
Is het ‘heel’ of ‘veel’?
5 Negentig procent van de cursisten is vandaag aanwezig
30
Procent: singularis
Woordvolgorde
Hou je niet van ‘niet’? ‘Niet’: plaats in de zin
31
6
7 We hebben in de stad gegeten / gegeten in de stad
35
Prepositiegroep: plaats in de zin
Volgens mij moet je hier inversie gebruiken
36
8
Inversie
9 Waarom bijzinnen? Omdat het een lastig onderwerp blijft
37
Bijzinnen (ook de lastige)
Ik begrijp niet waarom de koekjes altijd op zijn
40
10
Indirecte rede (bijzinnen)
Werkwoorden
Zij wil (geen -t) Is het ‘wil’ of ‘wilt’?
44
11
Ik heb me verslapen en ik ben te laat gekomen
45
12
Perfectum: met ‘hebben’ of met ‘zijn’?
Weet jij of hij heeft getennist / getennist heeft? Volgorde ‘hebben’ / ‘zijn’ / ‘worden’ met een participium
48
13
Ik ben in Amsterdam geweest en het was leuk
49
14
Perfectum of imperfectum?
Nadat ze elkaar het jawoord hadden gegeven, gaven ze elkaar een kus
15
52
Plusquamperfectum: het gebruik
Wat zou je doen met een miljoen?
54
16
‘Zou’ en ‘zouden’: irrealis (onwerkelijkheid)
Had mij maar even gebeld!
56
17
Plusquamperfectum: irrealis in het verleden
Het begint te regenen
59
18
De constructie ‘(om) te’ + infinitief
Heb je je haar geknipt of heb je het laten knippen?
62
19
Dubbele infinitief in de voltooide tijd
Ik heb me vergist
64
20
Reflexieve werkwoorden
Herinner je je dat we ons dat altijd afvroegen?
66
21
Reflexief pronomen: plaats in de zin
Geen zin om op te staan Separabele werkwoorden
67
22
Oeps … de koffie ligt op tafel Werkwoorden van actie en positie
70
23
Wat zit je haar leuk!
73
24
Vaste combinaties met ‘zitten’, ‘staan’ en ‘liggen’
Wat ben je aan het doen?
76
25
Duratief (1)
Ik zit te denken
77
26
Duratief (2)
Wat zullen we doen?
79
27
De verschillende functies van ‘zullen’
Je zou dit boek eens moeten lezen Het gebruik van ‘zou’ en ‘zouden’
81
28
29 Weet jij in welke volgorde de werkwoorden gezet moeten worden?
83
Meerdere werkwoorden in een bijzin
Dit zijn mijn broers
86
30
Dit is / zijn …
Mijn fiets is gestolen
89
31
Passief
Verwijzen, ‘er’ en ‘het’
De opdracht die we maken, gaat over relatieve bijzinnen
91
32
Relatieve bijzinnen
Hier is je sleutel, ik heb hem gevonden Verwijswoorden: hem / het / ze / die / dat
94
33
Ik heb er zin in
96
34
Het gebruik van ‘er’
Ik ben me er niet van bewust
101
35
Lastigere vormen van ‘er’ + prepositie
Koffie? Daar heb ik zin in! Het gebruik van ‘daar’
104
36
Ik kijk ernaar uit je weer te zien
106
37
‘Er’ als vooruitwijzer
Waar heb je zin in? ‘Waar’ + prepositie
108
38
Hoe gaat het? ‘ Het’ als subject
110
39
Ik weet het niet
112
40
Met of zonder ‘het’?
Dit ijsje is het lekkerst
113
41
‘Het’ + superlatief
Ik heb het druk
115
42
‘ Het’ in vaste combinaties
II Woordkeus
II
We zijn met z’n tweeën
121
43
Met z’n tweeën, drieën, tienen …
Er komt een man of twintig
122
44
Het gebruik van ‘een man of …’, ‘een stuk of …’, ‘een jaar of …’
Tien kilometer: waarom singularis?
123
45
Kilometer, euro, liter …
Lekker winkelen in winkels
125
46
Singularis / pluralis: interessante vormen
Ga je óp of mét vakantie en waarnaartoe?
126
47
Preposities
Ken je dat, dat je tijdens een examen niets meer weet?
131
48
‘Kennen’ of ‘weten’
Dat betekent dat ik niet weet wat je bedoelt
133
49
‘Betekenen’ of ‘bedoelen’
Ik begrijp niet dat je het niet kunt verstaan
134
50
‘Begrijpen’ of ‘verstaan’
51 Ik onthoud het verschil nooit tussen ‘zich iets niet herinneren’ en ‘iets niet meer weten’
135
‘Onthouden’ / ‘zich herinneren’ / ‘(niet meer) weten’
Ik ga naar huis en bel je als ik thuis ben
136
52
‘Huis’ of ‘thuis’
Alleen is maar alleen
137
53
‘Maar’ of ‘alleen’
Ik heb mezelf gekookt
139
54
‘Zelf’ of ‘zichzelf’
Ben je al 30 of pas 30?
141
55
‘Al’ of ‘pas’
‘Te’ is altijd negatief, behalve in ‘tevreden’
143
56
De betekenis van ‘te’
‘Je’, ‘jij’, ‘u’ en de rest
144
57
Het personaal pronomen: de vormen die vaak fout gaan
Tot wanneer?
148
58
‘Tot zo’, ‘tot gauw’, ‘tot straks’ en andere tijdsbepalingen
Een leuke ontmoeting
150
59
‘Ontmoeten’, ‘zien’, ‘tegenkomen’, ‘afspreken’ en ‘leren kennen’
Ik wíl het doen, ik gá het doen en ik zál het doen
152
60
Toekomst: ‘gaan’ of ‘zullen’?
Ik hoef niks
154
61
‘Hoeven’
Thee graag! Of nee, toch liever koffie ‘Graag’ en ‘liever’: plaats in de zin
156
62
Dat valt wel mee
157
63
‘Meevallen’ en ‘tegenvallen’
Kan ik je even spreken? Ik wil graag iets bespreken 159 ‘(Be)spreken’, ‘(be)kijken’, ‘(be)luisteren’, ‘(be)schrijven’, ‘(be)antwoorden’
64
Ze praten overal en nergens over ‘Nergens’, ‘ergens’, ‘overal’ + prepositie
161
65
Aangezien het schema heel helder is, snap ik het nu
163
66
Structuurwoorden
Toen kon ik niet, maar dan kan ik wel
167
67
‘Toen’ of ‘dan’
Ik heb hem toch nog maar eens even de waarheid gezegd
169
68
Partikels (kleine woordjes)
Degene die te laat komt, moet trakteren
172
69
Degene(n)
Ik ben eraan gewend geraakt om ‘raken’ te gebruiken
173
70
Combinaties met ‘raken’
III Uitspraak
III
Logisch toch?
177
71
De uitspraak van -isch
Ik vind het verwarrend
178
72
De -d aan het eind klinkt als -t
In de pauze eten we een broodje jonge kaas
180
73
De sjwa: [ ǝ ]
Het belang van de klemtoon wil ik graag benadrukken
182
74
Klemtoon in woorden en zinnen
Kom je uit Italië?
185
75
Twee puntjes op de e: ë
Keptsodruk Klankreductie
186
76
Beter goed gejat dan slecht bedacht Leenwoorden in het Nederlands
189
77
191
Termen
193
Index
Inleiding
In dit boek worden 77 onderwerpen behandeld; een verzameling van punten waarmee veel anderstaligen moeite hebben als zij Nederlands leren. Waar schijnlijk zijn er heel wat punten die je herkent. Dit boek kan je daarom hel pen om de puntjes op de i te zetten – en dus je Nederlands te perfectioneren. Voor wie is dit boek bedoeld? Allereerst is dit boek bedoeld voor mensen die hun Nederlands willen verbe teren. Het is geschreven voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen die de taal al redelijk tot goed beheersen, van niveau B1 tot en met niveau C1+ van het Europees Referentiekader (ERK). Je hebt de regels al eens geleerd, maar je wilt ze weer even opfrissen. Of je vraagt je af hoe het eigenlijk zit met de woordvolgorde in zinnen als ‘Hij zegt dat hij heeft getennist’. Mag je misschien ook zeggen ‘Hij zegt dat hij geten nist heeft’? De antwoorden op dit soort vragen vind je in dit boek. Daarnaast ga je met alle onderwerpen ook zelf aan de slag. Bij elk onderwerp horen na melijk een of meerdere praktische opdrachten, zodat je de regels leert toepas sen in de praktijk. Hierbij ligt de nadruk op spreekvaardigheid. Ook kan dit boek uitkomst bieden voor NT2-docenten. Zij kunnen het ge bruiken als naslagwerk, bijvoorbeeld om vragen van cursisten te beantwoor den. Daarnaast is het een mooi overzicht van veelgemaakte fouten. Als zij deze fouten signaleren bij hun cursisten, kunnen zij hen verwijzen naar het betreffende hoofdstuk. Het boek is goed te gebruiken voor zelfstudie. Verder kan het in een taalcur sus naast een algemene lesmethode worden ingezet. Tot slot kan het worden gebruikt ter ondersteuning van taalcoaching of andere trajecten voor taalver betering.
| 15
77 puntjes op de i
Hoe is het boek opgebouwd? Het boek omvat – de titel zegt het al – 77 onderwerpen. Elk onderwerp vormt één hoofdstuk; meestal kort, in sommige gevallen wat langer. De hoofdstukken zijn ondergebracht in drie categorieën: grammatica, woord keus en uitspraak. Grammatica bestaat uit: ■■ artikel, adjectief, substantief
■■ woordvolgorde ■■ werkwoorden ■■ verwijzen, ‘er’ en ‘het’
Elk hoofdstuk bevat uitleg over de grammaticaregels, een toelichting bij de betekenis van woorden, of informatie over de uitspraak van bepaalde klanken. Vaak wordt de lezer (ofwel: de leerder) gestimuleerd om zelf na te denken en de regels of betekenissen af te leiden uit voorbeeldzinnen of een dialoog. Als duidelijk is wat de regels zijn of wat de woorden betekenen, kan de leerder deze toepassen in een of meer opdrachten. De meeste opdrachten zijn vooral bedoeld om beter te leren spreken. ‘Beter’ betekent hier: correcter, vloeiender en Nederlandser. Hoe kun je het boek en de website gebruiken? Je hoeft het boek niet van begin tot eind door te werken – al mag dat na tuurlijk wel! Het idee is dat de gebruikers van het boek zelf kunnen kiezen waarmee ze willen oefenen. De (voorbeeld)antwoorden van de opdrachten zijn te vinden op de website ( www.coutinho.nl/77puntjes ; zie ook hierna), zodat het boek zelfstandig te gebruiken is. Ook kan de docent adviseren om een bepaald onderwerp te bestuderen. Verder kun je het boek gebruiken om er iets in op te zoeken. Daarom is er, naast de inhoudsopgave, ook een uitgebreide index aan het eind van het boek. Bovendien wordt er in de hoofdstukken indien nodig verwezen naar andere onderwerpen. Zo kun je even iets teruglezen of juist op zoek gaan naar meer verdieping.
Online studiemateriaal
Op www.coutinho.nl/77puntjes vind je het online studiemateriaal bij dit boek. Dit materiaal bestaat uit:
16 |
Inleiding
■■ extra opdrachten bij een aantal hoofdstukken; ■■ ingesproken zinnen bij een aantal hoofdstukken (voornamelijk uit deel III); ■■ antwoorden bij de opdrachten uit het boek; ■■ een quiz die je helpt bepalen met welke onderwerpen je in ieder geval aan de slag kunt gaan.
Welke termen worden er gebruikt?
In het boek worden de Latijnse termen voor bijvoorbeeld tijden en woordsoorten gebruikt. Achter in het boek is een lijst opgenomen met deze termen en de term die in het Nederlands gebruikt wordt. Ook staat er steeds een voorbeeld bij om duidelijk te maken wat ermee bedoeld wordt.
Wat betekenen de pictogrammen in het boek?
Let op!
T
Tip
Verwijzing naar andere hoofdstukken
Extra oefeningen of informatie op de website
Ingesproken zinnen op de website
Waarom zijn er 77 onderwerpen? Aanvankelijk was de titel van het boek 50 puntjes op de i . Dat leek me een mooi getal. Maar er kwamen steeds onderwerpen bij die toch echt in het boek thuishoorden, dus het werden er algauw meer. 75 was ook een mooi getal. Maar ook dat bleek niet haalbaar, want alle onderwerpen op mijn lijstje waren even nuttig – schrappen was dus geen optie. Vandaar dat het er 77 zijn geworden.
Veel plezier gewenst met dit boek en succes met het zetten van de puntjes op de i!
| 17
I Grammatica
| 19
1
Ik wil een cadeautje! Of nee, cadeautjes! Artikel: wel of geen artikel?
Artikel, adjectief, substantief
I Grammatica
Ik ben naar de stad gegaan om cadeautjes te kopen. Ik heb voor jou ook een cadeautje gekocht. Waar is het cadeautje dat ik je wilde geven? Het cadeautje zit nog in mijn tas. De andere cadeautjes zitten ook nog in mijn tas.
singularis
pluralis
–
een
onbekend
de / het
de
bekend
Opdracht 1 In de volgende tekstjes is overal het artikel weggelaten. Vul waar nodig ‘de’, ‘het’ of ‘een’ in. Onderstreep eerst de substantieven. Vraag je vervolgens af: is dat woord al bekend (in het verhaal) of niet? Als het duidelijk is waarover je praat, gebruik je ‘de’ of ‘het’. 1 Ik ga zaterdag naar feestje. Feest is in café Olivier. Speciaal voor feest heb ik nieuwe outfit gekocht: zwarte broek en mooi rood jasje. Ik heb eigenlijk ook nog nieuwe schoenen nodig, maar geld was op … 2 In jaar 2015 heb ik met goede vriend van mij grote reis gemaakt. He laas was het niet reis van mijn dromen: ik viel van kameel en brak niet alleen been, maar ik had ook flinke hersenschudding. Ik lag tijdje in ziekenhuis, maar gelukkig hebben we daarna nog paar landen kunnen bezoeken. Nieuw-Zeeland vond ik mooiste bestemming, wat prachtige natuur! 3 Heb jij weleens in Nederlands gedroomd? Ik wel. Vannacht had ik droom waarin ik vloeiend Nederlands sprak. Dat komt omdat ik Nederlands boek heb gelezen. Het is bewijs dat het helpt om veel met taal bezig te zijn. Daarom heb ik tip voor je: lees Nederlandse boeken, of kijk eens Nederlandstalig programma op tv!
T
| 21
1 Ik wil een cadeautje! Of nee, cadeautjes!
Bij de volgende woorden gebruik je bijna altijd ‘een’:
een paar
Ik moet nog een paar dingen doen en dan stop ik ermee.
een beetje Ik vind het een beetje lastig, jij niet? een heleboel Er waren een heleboel mensen op het feest. een aantal Ik heb een aantal bekenden gezien.
In de combinatie ‘Wat een …!’ gebruik je ‘een’ ook voor de pluralis.
Wat een mooie bloemen! Wat een prachtige oorbellen heb je!
Dat geldt alleen voor deze combinatie. Verder gebruik je nooit ‘een’ met een pluralisvorm.
Woorden die ontelbaar zijn, zoals ‘melk’ of ‘suiker, krijgen geen artikel als ze indefiniet gebruikt worden:
Ik drink altijd melk bij mijn brood. Hebben we nog suiker ? Ik ga een taart bakken, maar volgens mij is de suiker op. Opdracht 2 Wat is je lievelingsgerecht? Vertel wat je daarvoor nodig hebt en hoe je het gerecht moet klaarmaken.
Op de website vind je een extra opdracht.
‘De’ of ‘het’? Welk artikel er bij een woord hoort, moet je gewoon leren. Er zijn eigenlijk geen heldere regels voor. Wel is het handig om te weten dat er veel meer de-woorden zijn dan het-woorden. Je zou dus ook alleen de het-woorden kunnen leren. Zoek het op! Gebruik bijvoorbeeld de app De Het en sla de woorden die je vaak gebruikt op bij je favorieten. Herhaal dat lijstje regelmatig. Of maak een lijst aan met alle het-woorden en leer deze.
T
22 |
Artikel: wel of geen artikel?
Vooruit, toch één regel, omdat die zo handig is en niet bij iedereen bekend is. Woorden die bestaan uit twee syllabes zijn het-woorden als ze beginnen met:
Artikel, adjectief, substantief
bijvoorbeeld:
I Grammatica
be ge ver ont-
het begin, het bedrag het geluid, het geloof het verdriet, het verdrag het ontbijt, het ontslag
= het
Op alle regels zijn wel uitzonderingen te bedenken. Op deze regel dus ook; het is bijvoorbeeld: ‘de ontvangst’. Leer daarom steeds het artikel bij elk woord.
Wil je toch graag alle regels op een rijtje? Kijk dan eens op https://onzetaal.nl/ taaladvies/de-het-algemene-regels voor een overzicht.
| 23
Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online