Arnold Bronkhorst, Jens van der Kerk & Nicolette Schipper-van Veldhoven - Een pedagogisch sportklimaat

1 Een pedagogisch en veilig sportklimaat

■■ het blijvend stimuleren van awareness dat voor ‘sport als derde opvoedmilieu’ een werkelijke cultuurverandering nodig is. Met inzicht in pedagogisch handelen alleen zijn we er nog niet! Je kunt peda gogisch handelen alleen maar ontwikkelen door te oefenen, te proberen, toe te passen … Het zal niet direct vanzelf gaan; het is een leertraject en vraagt om tijdsinvestering, een lange adem en het vertrouwen in het pedagogisch perspec tief. Totdat het een nieuwe gewoonte wordt. ‘Er wordt mij weleens de vraag gesteld: in welke mate mag je verwachten dat topsport een opvoedkundig karakter zou moeten hebben, zoals dit bij sport participatie verwacht mag worden? Ik antwoord dan “in dezelfde mate”! Op voeden in en door topsport kent niet dezelfde accenten, gaat waarschijnlijk in op andere competenties van atleten en streeft andere prestatiedoelen na. Maar van de opvoedende houding, van het pedagogisch handelen van trai ners, coaches, bestuurders en beleidsbepalers zou ik in het belang van de veel al jeugdige topsporter hetzelfde verwachten of mogelijk nog meer (zij werken in een risicovollere sector). Het is het adagium “athlete centered” werkelijk invulling geven. In deze vraag ligt in mijn ogen ook de weerbarstigheid van de sportcultuur besloten’ (Schipper-van Veldhoven, 2016, p. 66). Als we sport optimaal willen inzetten als maatschappelijk oefenterrein, als bij drage aan persoonlijke, sociale en motorische ontwikkeling van jeugdigen, aan topprestaties, dan is het omarmen van het pedagogisch perspectief een gouden kans. Het handelen in het belang van jeugdigen gaat hand in hand met de presta tiebelangen. We kunnen veel winnen met sport! 1 Verken het speelveld a Maak in een groep van maximaal vier studenten een mindmap rond het kernthema van dit boek: het creëren van een sociaal veilig en pedagogisch sportklimaat op de sportclub. Breng daarmee het gehele speelveld van the ma’s en subthema’s, benaderingswijzen, betrokkenen, oplossingsrichtin gen et cetera in kaart. b Vergelijk de mindmap met die van een andere groep. Rubriceer de beide mindmaps in drie of vier deelgebieden. Verdeel de deelgebieden op basis van interesse, en verfijn elk deelgebied opnieuw in mindmaps. Presenteer elkaar de verfijnde mindmaps. Opdrachten

38

deel 1 • introductie