Arnold Bronkhorst, Jens van der Kerk & Nicolette Schipper-van Veldhoven - Een pedagogisch sportklimaat

1 Een pedagogisch en veilig sportklimaat

uitgedaagd om zich ook te richten op maatschappelijke behoeften en vraagge richt ondernemen (Lucassen & Van Kalmthout, 2015). Dit wordt door de over heid gesteund door programma’s als Sport en Bewegen in de Buurt (SBB) en door de inzet van combinatiefunctionarissen en buurtsportwerkers, en ook gerichte campagnes vanuit NOC*NSF als de ‘open club’ spelen hierop in. Sportclubs die voldoende organisatiekracht vertonen én een maatschappelijke oriëntatie heb ben, worden ook wel vitale en/of open verenigingen genoemd (Lucassen & Van Kalmthout, 2015). Echter, een vitale en/of open vereniging hoeft nog geen sociaal veilig en pedagogisch verantwoord klimaat te hebben; daar moet men nog iets extra’s voor doen. Onderzoeken naar de taak en de waarde van de sportvereniging (Rutten et al., 2007) laten zien dat er grote verschillen zijn tussen sportverenigingen en dat veel sportverenigingen zichzelf geen expliciet opvoedende taak toedichten. Ouders en jeugdige sporters noemen sportverenigingen echter wel vaak als belangrijke actor voor het aanleren van waarden, normen, respect, discipline en samenwer king (Broeders, Broenink, Duijvestijn, Fransen, & Wolswinkel, 2012). Veelal is de toegedichte opvoeding dus impliciet. Jeugdigen worden beïnvloed door de sociale activiteiten waaraan ze deelne men. Zij ontwikkelen zich beter als ze opgenomen zijn in sociale netwerken die groter zijn dan het gezin alleen (De Winter, 2011). De sportvereniging is zo’n sociaal netwerk. Sportverenigingen hebben een eigen verantwoordelijkheid voor het creëren van een verantwoord opvoedingsklimaat voor jeugdige sporters. Dit vraagt van verenigingsbesturen dat zij nadenken over de cultuur van de club: wat is gewenst gedrag, wat is ongewenst gedrag, en hoe zien we toe op dat gedrag? Het vraagt om een omslag van impliciet naar expliciet handelen. Een duidelijk en goed pedagogisch beleid op de sportclub werkt positief door op de sfeer binnen de sportclub en op de uitstraling van de sportclub naar de buitenwereld (Broe ders et al., 2012). Recent onderzoek heeft aangetoond dat er een positief verband bestaat tussen enerzijds de cultuur en de sfeer van de club en anderzijds de orga nisatorische daadkracht. Dit betekent dat als een sportclub meer focust op ele menten van de clubcultuur, ook de financiële prestaties, de ledentevredenheid en de sociale omgang verbeteren (Schoot, 2016). Bestuurders Vooral het persoonlijke engagement van clubbestuurders speelt een cruciale rol bij het implementeren van pedagogisch beleid. Het bestuur kan duidelijk maken dat het openstaat voor verbeteringen en dat het een sfeer wil scheppen waarin kritisch gekeken wordt naar de vitaliteit en kwaliteit van de club (Schipper-van Veldhoven, 2016). Een culturele verandering binnen een sportclub start dan ook bij de awareness en bereidwilligheid van haar bestuurders.

34

deel 1 • introductie

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online