Arnold Bronkhorst, Jens van der Kerk & Nicolette Schipper-van Veldhoven - Een pedagogisch sportklimaat

1.6  Creëren van een pedagogisch sportklimaat

(intentioneel of functioneel). De trainingsstijl heeft dus mede invloed op de morele atmosfeer die de trainer uitdraagt, en de specifieke cultuur op de club heeft dus mede invloed op het gedrag van haar leden (Moget & Weber, 2007). Dit vraagt om nadenken over welk gedrag je wel of niet wilt zien, dus welke omgangsvormen en gedragsregels gelden in de training, in de club. 3 Motiverend klimaat : plezier, als de belangrijkste dragende factor voor (blij vende) sportparticipatie, is het motief om aan sport te doen. Succeservaringen waarbij dit succes wordt toegeschreven aan de eigen capaciteiten zijn hierbij belangrijk, net als sociale steun (motivational climate). Autonome motivatie (het nastreven van doelen die heel dicht bij het individu liggen) blijkt een sterke relatie te hebben met het volhouden om te sporten en het leveren van betere sportprestaties. 4 Sociaal veilig klimaat : de sportclub moet zorgen voor een optimaal preven tief en repressief beleid (veilig sportklimaat), ter voorkoming van ongewenst gedrag. Mocht dergelijk gedrag toch voorkomen, dan moet voor iedereen in de vereniging duidelijk zijn wat de vervolgstappen en/of sancties zijn. Vanuit een veilig sportklimaat dienen gerichte eisen aan jeugdtrainers gesteld te wor den, zoals een VOG en/of deelname aan bijvoorbeeld een cursus positief coa chen. Het gevoel van veiligheid is ook een belangrijk onderwijsmiddel. Voor jeugdigen die zich onveilig voelen is er geen optimaal leerrendement mogelijk. Hersenen leren optimaler in de ‘positief-emotionele staat’ waarin men komt te verkeren als het limbische systeem, de amygdala en de hypothalamus de zogenoemde plezierhormonen afgeven (LeDoux, 2002). ‘In het algemeen kan gesteld worden dat een pedagogisch klimaat een posi tief veilig leerklimaat is, waar plezier voorop staat, bewerkstelligd door reële succeservaring, een goede relatie tussen trainers/coaches en sporters die ge baseerd is op wederzijds respect – waarbij gehandeld wordt in het belang van (de ontwikkeling van) jeugdigen (gericht op het worden van het autonome zelf)’ (Schipper-van Veldhoven, 2016, p. 28).

1.6

Creëren van een pedagogisch sportklimaat

Bij het creëren van een pedagogisch sportklimaat op de sportclub is een groot aantal actoren (stakeholders) betrokken. Van hen vragen we ook hiervoor verant woordelijkheid te nemen. We kunnen deze stakeholders onderverdelen naar mi cro-, meso- en macro-invloedssfeer (Schipper-van Veldhoven, 2016). Ieder heeft zijn eigen aandeel, rol en/of verantwoordelijkheid in de context van de georgani seerde (jeugd)sport.

31

deel 1 • introductie

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online