Arnold Bronkhorst, Jens van der Kerk & Nicolette Schipper-van Veldhoven - Een pedagogisch sportklimaat

1 Een pedagogisch en veilig sportklimaat

spelen dus veel belemmerende factoren op het niveau van verenigingen om zowel preventieve als repressieve beleidsmaatregelen door te voeren: een gebrek aan urgentie, een gebrek aan vrijwilligers, een gebrek aan kennis over de invloed van een cultuur op de club. Cense en Coehoorn concluderen: ‘Veel risicofactoren worden niet aangepakt binnen het huidige beleid. Er is weinig aandacht voor structurele aanpassingen, zoals (…) het aankaarten van een seksistische cultuur of het voeren van een gesprek over omgangsvormen en grenzen met sportbegeleiders, sporters en ouders. Ook in de topsport wordt te weinig aandacht besteed aan de kwetsbaarheid van jong talent. In een investering op deze terreinen is winst te behalen’ (De Vries et al., 2017, p. 47). Met betrekking tot een veiliger sportklimaat adviseert de commissie-De Vries dan ook een open cultuur in de sportclub te bevorderen waarin gedrag bespreek baar is. Wat opvalt aan deze beleidsmaatregelen en -instrumenten is dat deze vertrekken vanuit het negatieve. Er moet iets preventief worden opgezet (ter voorkoming) of iets repressief worden gerepareerd; een situatie moet veilig zijn. Sportbestuurders reageren prikkelbaar op het nemen van dergelijke maatregelen, omdat ze ervan uitgaan dat ‘bij ons alles plezierig en positief is’. Sportbestuurders hebben zoge zegd een ‘roze bril’ op als ze over sport nadenken. Zij willen niet nadenken over de negatieve kant van sport, want ‘Waar rook is, is vuur’ en dat kan weer nadelig werken voor het imago van hun sportclub. Als je hun echter de vraag stelt ‘Wil je het beste voor je jeugdleden binnen de club?’, zegt iedereen ja. Dat er naast het bewaken van de veiligheid ook iets gedaan moet worden voor het verkrijgen van de positieve effecten van sport, daar staat men niet altijd bij stil. Aan het lijstje van belemmerende factoren om beleidsmaatregelen door te voeren op het niveau van sportverenigingen kunnen we dan ook toevoegen: een gebrek aan bewustzijn dat ook de positieve effecten van sport vragen om een specifieke aanpak. ‘Er is een grote wetenschappelijke bewijslast dat als sport gegeven wordt op een bij de ontwikkeling van de jeugd passende manier, sportparticipatie vele positieve effecten kan hebben. De sleutel voor zowel de positieve effecten als voor het tegengaan van de negatieve effecten ligt “in de bij de ontwikkeling van het kind passende manier”. Hierover gaat pedagogiek! Pedagogiek is afge leid van het Griekse woord paidagoogia, hetgeen kinderleiding betekent. Hoe handelen we in sport op een bij de ontwikkeling van de jeugdige passende manier, op een pedagogische manier?’ (Schipper-van Veldhoven, 2016, p. 10).

26

deel 1 • introductie

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online