Arnold Bronkhorst, Jens van der Kerk & Nicolette Schipper-van Veldhoven - Een pedagogisch sportklimaat

1.3  Beleidsmaatregelen voor een veilig sportklimaat

Sport heeft dus meerdere gezichten: the good, the bad and the ugly ! Sporters, trainers, coaches, bestuurders en ouders moeten beseffen dat sport hartstikke leuk is – of beter gezegd: kán zijn – en dat zij vele positieve effecten kán hebben, maar dat negatieve effecten voorkomen moeten worden. Jeugdigen hebben recht op een sociaal veilige sportomgeving. Onderzoek van Baar (2012) toonde aan dat de pestprevalentie op sportverenigingen minstens zo hoog is als op basisscholen. Voor scholen is sinds 1 augustus 2015 de Wet veiligheid op school (antipestwet) van kracht, waarbij scholen werk moeten maken van een sociaal veilige omgeving voor leerlingen (Rijksoverheid, 2015). Door de verenigingsstructuur van de georganiseerde sport in Nederland kan dit niet bij wet worden opgelegd, maar in de sport wordt gewerkt aan sociale veiligheid via programma’s zoals Samen voor Sportiviteit & Respect (2009-2011) en het Actieplan Naar een Veiliger Sportklimaat (2011-2018). In Nederland is er al geruime tijd aandacht voor sport en (on)gewenst gedrag (Schipper-van Veldhoven & Steenbergen, 2015). Absolute veiligheid is nooit te garanderen. In de georganiseerde sportcontext moet je echter wel weten hoe je moet omgaan met (on)veiligheid en onzekerhe den. Volgens Wikipedia verwijst ‘veiligheid’ naar de mate van afwezigheid van potentiële oorzaken van een gevaarlijke situatie of de mate van aanwezigheid van beschermende maatregelen tegen deze potentiële oorzaken. In de sport zijn aller lei preventieve beleidsinstrumenten ontwikkeld en voorhanden (beschermende maatregelen), zoals de gedragscode, richtlijnen voor het implementeren van pre ventiebeleid, een (digitale) toolkit voor sportverenigingen, de Verklaring omtrent gedrag (VOG), alsook repressieve beleidsinstrumenten (afhandeling van beschul digingen; potentiële oorzaken wegnemen), zoals een hulplijn (telefoon, e-mail/ website), tegenwoordig ondergebracht in het Vertrouwenspunt Sport, een pool van speciaal opgeleide adviseurs voor advies en ondersteuning, een incidentpro tocol, het Instituut Sportrechtspraak (ISR), een pool van aanklagers en een on derzoekscommissie. Uit onderzoek (Serkei, Goes, & De Groot, 2012) blijkt dat sportverenigingen weinig aandacht besteden aan preventieve beleidsinstrumenten ter voorkoming van grensoverschrijdend gedrag en dat maar weinig verenigingen ermee bekend zijn. Sportbestuurders denken vaak: bij ons komt dit niet voor, en beginnen pas na te denken over repressieve maatregelen na een incident. Een gebrekkige implementatie van deze beleidsinstrumenten kanmogelijk komen door een gebrek aan kennis, of door een gebrekkige communicatie hierover. Of door, zoals Cense en Coehoorn (in De Vries et al., 2017) constateren, schroom om over het onderwerp te praten of de inpasbaarheid van de instrumenten binnen een vereniging. Er Beleidsmaatregelen voor een veilig sportklimaat

1.3

25

deel 1 • introductie

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online