Arnold Bronkhorst, Jens van der Kerk & Nicolette Schipper-van Veldhoven - Een pedagogisch sportklimaat

Een pedagogisch sportklimaat

Deel 3: De sportvereniging In deel 3 nemen we de sportclub als geheel in beschouwing. In hoofdstuk 6 staat de vereniging in haar verschillende verschijningsvormen centraal, waarbij we met name inzoomen op de rol van de verenigingsbestuurder. Vrijwel elke club staat continu voor de uitdaging de club soepel te laten draaien en aantrekkelijk te hou den (of te maken) voor sporters, vrijwilligers en nieuwe leden. Wat is de rol van de clubbestuurder daarbij en wat zijn de belangrijkste succesfactoren? In hoofdstuk 7 wordt een spade dieper gestoken. Met wijsheid en beleid toewerken naar een duurzaam veilig en pedagogisch sportklimaat is voor veel clubs niets minder dan een cultuurverandering. Hoe breng je een dergelijke verandering op gang, hoe mobiliseer je de energie daarvoor, en hoe houd je die energie vast? In hoofdstuk 8 komen de scheidsrechters en officials aan bod. Lange tijd werden zij gezien als niet meer dan een noodzakelijke factor om de regels van het spel te handhaven, maar geleidelijk aan is het inzicht ontstaan dat ook deze groep enorm kan bij dragen aan de ontwikkeling van een plezierige sportomgeving. In hoofdstuk 9 draait het om de ouders. Hoe is te verklaren dat ouders heel vaak een verstorende invloed hebben op de sfeer langs de lijn, juist ook bij de jongste jeugd? En wat kan een vereniging doen om ouders op een positieve manier bij de vereniging te betrekken? Deel 4: De omgeving In de vier hoofdstukken van het slotdeel slaan we de brug tussen de sportclub en haar omgeving. Deze hoofdstukken wijken af van de andere hoofdstukken. Hier draait het om concrete voorbeelden van de maatschappelijke rol die de sportclub in haar omgeving kan vervullen. In hoofdstuk 10 wordt het concept van de open club toegelicht: de vereniging die zich actief manifesteert in haar omgeving en samenwerking zoekt met bijvoorbeeld een andere sportclub of met zorg, welzijn of onderwijs. Deze ontwikkelingen juichen we uiteraard toe, maar we koppelen dit nadrukkelijk aan de waarschuwing dat er alleen een succesvolle en duurzame samenwerking gerealiseerd kan worden als het sportklimaat op de club sociaal veilig en pedagogisch op niveau is. In hoofdstuk 11 beschrijven we de benadering die de KNVB steeds vaker hanteert als hij zogenoemde risicoverenigingen helpt om weer een fatsoenlijk sportklimaat op de club te realiseren. Daarin staat sa menwerking ‘in de keten’ centraal: denk daarbij aan politie, justitie, jeugdzorg en onderwijs. In hoofdstuk 12 beschrijven we hoe in Rotterdam sportverenigingen stapsgewijs een plek hebben verkregen in het gemeentelijke Jeugdnetwerk. Ge leidelijk aan leren de werelden van de sportclub, het jeugdwerk en de jeugdzorg elkaar kennen en worden er bruggen geslagen. In hoofdstuk 13 beschrijven we hoe in Arnhem de sportvereniging uit de probleemwijken van de stad dreigde te verdwijnen en welke pogingen ondernomen zijn om dit tij te keren. We sluiten dit deel af met een epiloog, waarin we een korte beschouwing geven van het naar

16

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online