Jan Bijlsma & Hay Janssen - Sociaal werk in Nederland

1 ƒ De Nederlandse verzorgingsstaat

aanvragen. Die prikkels werden nog verder versterkt in de Participatiewet die in 2015 is inge voerd. In 2006 is verder de Ziekenfondswet afgeschaft en vervangen door een basisverzekering die voor iedereen verplicht is. Daarmee is het onderscheid tussen ziekenfondsverzekerden en particulier verzekerden vervallen, en de eigen verantwoordelijkheid van burgers vergroot. Naast de basisverzekering kunnen mensen immers zelf kiezen voor een uitbreiding van het basispakket met aanvullende verzekeringen. In de welzijnssector werden de problemen in de jaren tachtig vooral aangepakt door be zuinigingen en het streven naar meer efficiëntie. Schaalvergroting en fusies zijn daarvan het gevolg. Het proces van schaalvergroting gaat ook in de jaren negentig en de beginjaren van de eenentwintigste eeuw nog door. Daarnaast zien we een grote wijziging in de aansturing van het welzijnswerk. De centrale overheid treedt terug en lokale overheden voeren de regie over het welzijnsbeleid. Parallel aan de ontwikkelingen in de sociale zekerheid komt ook hier de nadruk te liggen op de eigen verantwoordelijkheid. Onder het motto ‘van hangmat naar tram poline’ gaat het welzijnswerk mensen meer activeren en minder verzorgen. Die opvatting zien we terug in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) die in 2007 is ingevoerd en die in 2015 is uitgebreid. Centraal in deze wet staat de opvatting dat mensen in eerste instantie moe ten bezien wat ze zelf of samen met mensen in hun omgeving kunnen doen om problemen op te lossen. Een beroep op de overheid kan pas gedaan worden als de mogelijkheden in de naaste omgeving niet toereikend zijn. ‘Niet leunen, maar steunen’ is de leuze. Bovendien bevat de wet mogelijkheden voor gemeenten om elementen vanmarktwerking in te zetten bij de uitvoering van de wet. Samenvattend kunnen we stellen dat de Nederlandse verzorgingsstaat na een aanvankelijk trage aanloop een sterke groei doormaakte tussen de jaren vijftig en tachtig van de vorige eeuw. De crisis die de verzorgingsstaat in de jaren tachtig en negentig doormaakte leidde tot een heroriëntatie. Over de betekenis van die heroriëntatie lopen de meningen uiteen. Sommi gen zien in de heroriëntatie met name een versobering of zelfs een afbraak van de verzorgings staat. Incentives en disincentives en het betrekken van het netwerk van mensen bij het zoeken

70,0

60,0 50,0 40,0 30,0 20,0 10,0 0,0

% bbp

1814

1821

1828

1835

1842

1849

1856

1863

1870

1877

1884

1891

1898

1905

1912

1919

1926

1933

1940

1947

1954

1961

1968

1975

1982

1989

1996

2003

2010

2017

FIGUUR 1.1

De Nederlandse collectieve uitgaven als percentage van het bruto binnenlands product vanaf 1814 4

24

Made with FlippingBook flipbook maker