Jan Bijlsma & Hay Janssen - Sociaal werk in Nederland

1 ƒ De Nederlandse verzorgingsstaat

verzorgingsstaat gezien. De industrialisatie kwam nog maar net op gang en hoewel het oude caritasstelsel van vrijwillige naastenliefde nog steeds bestond, was dat niet langer in staat om de problemen adequaat op te lossen of beheersbaar te houden. Vanuit deze beginsituatie ont wikkelde de verzorgingsstaat zich en kwam er een proces van verstatelijking van verzorgings arrangementen op gang. De ontwikkeling van de Nederlandse verzorgingsstaat past daarmee binnen een ontwikkelingslogica die voor West-Europa in het algemeen geldt. In die ontwik kelingslogica onderscheiden we vier fasen: Fase 1: Eerste aanzet. Voor loonarbeiders in de beginnende industrieën vormden ziekte, ongevallen en invaliditeit grote risico’s. Hiertegen werden dan ook de eerste sociale wetten en verzekeringen geïntroduceerd. Hoewel ook werkloosheid een reëel bestaand risico was, kwam daartegen in eerste instantie nog geen sociale verzekering. Fase 2: Doelgroepverbreding. De eerste sociale verzekeringen waren exclusief gericht op industriële loonarbeiders. In de tweede fase van de ontwikkeling van de verzor gingsstaat zien we een verbreding in wet- en regelgeving tot niet-industriële arbei ders en zelfs tot mensen die niet in loondienst werken. In de eerste twee fasen lag het accent bij de sociale verzekeringen op het tegengaan van armoede. Bij de verdere ontwikkeling van de verzorgingsstaat verschuift het perspectief van het tegengaan van armoede naar een spreiding van de welvaart. Fase 3: Sociale regelingen kregen een nog algemener karakter. Uiteindelijk resulteerde dat in een vangnet voor iedereen die (om welke reden dan ook) in (financiële) nood verkeert. In deze fase werd er ook naar gestreefd om uitkeringen waardevast te maken waardoor uitkeringsgerechtigden meeprofiteerden van de algemene stij ging van de welvaart. Uitkeringen werden gekoppeld aan de lonen, waardoor ze met de lonen meestegen. Crisis en heroriëntatie. Het stelsel van sociale zekerheid kwam onder druk te staan als gevolg van de economische crisis en de grote aantallen mensen die een beroep deden op de sociale zekerheid. Er ontstonden problemen rond de betaalbaarheid en de be heersbaarheid van het stelsel. Deze problemen vormden de aanleiding voor een her oriëntatie van het stelsel; een heroriëntatie die doorzette, ook toen het economisch weer beter ging. In het vervolg van deze paragraaf beschrijven we de ontstaansgeschiedenis van de Neder landse verzorgingsstaat aan de hand van deze vier fasen. Daarbij staat met name het stelsel van sociale zekerheid centraal. In onze ogen vormt dit stelsel een essentieel onderdeel van de verzorgingsstaat en staat de ontwikkeling ervan ook model voor de ontwikkeling van de ver zorgingsstaat als geheel. De aanloopfase In de negentiende eeuw kende Nederland geen algemene (collectieve) regelingen van sociale zekerheid. Risico’s die mensen liepen, werden veelal opgevangen in de werkgever-werknemer sfeer (patronale verhouding) door welwillende werkgevers of door de lokale gemeenschappen Fase 4:

18

Made with FlippingBook flipbook maker